Wanneer in december de nieuwe gemeenteraden geïnstalleerd worden, zullen ook de nieuwe regels rond de bezoldiging van de lokale mandatarissen in werking treden. De grote principes staan nu in een omzendbrief.

Een overzicht:

Presentiegeld van de gemeenteraadsleden

Een gemeenteraadslid krijgt geen loon, maar wel een zitpenning voor elke aanwezigheid op de vergadering. Het bedrag ligt tussen 100 en 200 euro. Daartussen kan de gemeente vrij het bedrag van de zitpenning van de gemeenteraadsleden bepalen.

Het bedrag wordt geïndexeerd. Op de publicatiedatum van de rondzendbrief ligt het bedrag tussen minimaal 119,21 euro en maximaal 238,43 euro.

De wedde van de burgemeesters

De wedde wordt berekend op basis van een percentage van de parlementaire vergoeding voor leden van het federale parlement, omgerekend naar 100%. Het toegepaste percentage hangt af van het aantal inwoners van de gemeente.

Aantal inwonersPercentage van de parlementaire vergoeding
Tot 25.000 inwoners100%
Van 25.001 tot 50.000 inwoners106%
Van 50.001 tot 80.000 inwoners124%
Van 80.0001 tot 150.000 inwoners150%
Meer dan 150.000 inwoners162%


In juni 2024 voorzag het statuut van de leden van de Kamer van Volksvertegenwoordigers in een maandelijkse bruto vergoeding van 8.814,45 euro (aan de huidige index en rekening houdend met een tijdelijke inhouding van 5%). Omgerekend naar 100% bedraagt deze vergoeding € 9.278,37 (index 2,0807). Dit bedrag is het vaste uitgangspunt.

De wedde van de schepenen

De wedde van de schepen wordt procentueel berekend op de wedde van de burgemeester:

  • 60% in gemeenten tot 50.000 inwoners
  • 75% in gemeenten met meer dan 50.000 inwoners.

Als de gemeenteraad van een gemeente met maximaal 50.000 inwoners echter besluit om het aantal door de NGW vastgestelde schepenen met één te verminderen, ontvangt deze laatste ook een vergoeding die gelijk is aan 75% van het loon van de burgemeester.

Ter herinnering, de herwaardering van de lokale mandatarissen komt na die van het gemeentepersoneel (2021) en de wettelijke graden (2023, maar met een voorziene inwerkingtreding op 1 december 2024).

De invoering van de nieuwe bezoldigingsregeling voor burgemeesters en schepenen moet ook gezien worden in de context van de decumul die onverkort van toepassing zal zijn vanaf het moment dat de gemeenteraden volledig vernieuwd worden.

Zelfde bepalingen voor burgemeesters en schepenen

Betalingswijze: de gemeente kan op grond van haar autonomie besluiten om de wedde vooruit of achteraf te betalen.

  1. Vakantiegeld en eindejaarspremie: er wordt verwezen naar het koninklijk besluit van 16 november 2000 tot vaststelling van het vakantiegeld en de eindejaarspremie van de burgemeester en schepenen (inforum nr. 166649).
  2. Pensioenen: de bedragen van de wedden moeten worden meegedeeld aan de federale pensioendienst.

De uittredingsvergoeding

De uittredingsvergoeding is niet van toepassing op uittredende uitvoerende mandatarissen in 2024. Pas vanaf de legislatuur 2024-2030 zullen lokale uitvoerende mandatarissen in aanmerking komen voor de betaling van een uitstapvergoeding.

Artikel 19/1 over de uittredingsvergoeding treedt in werking “bij de volledige vernieuwing van de gemeenteraden” (ordonnantie van 6 juli 2022).

Al snel bleek dat deze formulering “bij de volledige vernieuwing van de gemeenteraden” in de praktijk de nodige vragen opriep, want we kunnen dit op twee manieren lezen:

· ofwel hebben de schepenen en burgemeesters van de huidige legislatuur die na de verkiezingen van 2024 niet herverkozen zijn, recht op deze vergoeding;

· ofwel hebben zij er geen recht op en hebben enkel de mandatarissen die na de verkiezingen van 2024 worden verkozen, er recht op.

Om haar leden te kunnen informeren heeft Brulocalis daarom het toezicht aangesproken en gewezen op deze mogelijke dubbele interpretatie en om verdere uitleg gevraagd.

We bezorgen u hierbij de relevante passages uit de twee mails die wij van Fabienne Bury, hoofd van de juridische dienst van BPB, hebben ontvangen. Een info die wij vervolgens hebben doorgestuurd naar onze leden:

Mail van BPB van 26 februari 2024:

La disposition concernée entre en vigueur à dater du renouvellement des conseils communaux issu des élections communales de 2024. Cela signifie que la disposition s’applique aux mandataires exécutifs qui seront élus lors de la séance d’installation des conseils communaux issus des élections de 2024. 

C’est l’installation des nouveaux élus (le renouvellement) qui est le moment de l’entrée en vigueur de la législation en question et par conséquent, le mandat des mandataires exécutifs issus de la législature 2018-2024 s’éteint donc juste avant ou s’éteint par la mise en place de ce nouveau conseil (et de ce nouveau collège). C’est d’ailleurs aussi l’extinction des mandats antérieurs qui fait prendre vie à la plupart des dispositions de cette ordonnance. La volonté du législateur ne fait aucun doute. Il s’agissait de maintenir jusqu’à la fin de la législature l’ensemble du statut applicable aux mandataires actuels et ne n’appliquer l’ensemble des nouvelles dispositions qu’à partir du moment où les mandataires issus des élections de 2024 seront en fonction.

L’entrée en vigueur ne se réfère pas à une date calendrier ni à un jour en tant que jour calendrier (qui peut par ailleurs varier d’une commune à l’autre) mais à un évènement précis : le renouvellement des conseils communaux (et lors de la même séance, l’installation des échevins). Ce n’est qu’une fois que cet évènement précis est réalisé que les dispositions concernées de l’ordonnance entrent en vigueur, et donc à ce moment précis que les mandataires de la législature précédente ne sont plus en fonction et que les disposions légales applicables aux échevins (nouvelles ou anciennes) ne leur sont forcément plus applicables”.

Mail van BPB van 7 maart 2024

Seuls les mandataires de la législature 2024-2030 pourront prétendre au versement de cette indemnité de sortie. En effet, en vertu de l’article 8 de l’ordonnance précitée, le nouvel article 19/1 de la Nouvelle loi communale n’entre en vigueur qu’à « dater du renouvellement intégral des conseils communaux résultant des élections communales de 2024 ». Seuls les échevins et bourgmestre qui seront élus à l’issue de ce renouvellement intégral pourront bénéficier de l’indemnité de sortie.

Comme le renseignent les travaux préparatoires de l’ordonnance, cette disposition transitoire vise en effet à laisser le temps aux communes pour préparer la mise en œuvre de cette disposition qui aura une incidence sur leurs finances”.


Zie ook

09.07.2024 Omz. 2024/15 Principes betr. de bezoldiging van de toekomstige lokale mandatarissen – inforum nb° 377383