De nieuwe regelgeving rond de “arbeidsvergunning” voor niet-Europese onderdanen treedt op 1 oktober 2024 in werking in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Doelpubliek

Doelgroepen van deze hervorming:

  • niet-Europese onderdanen die (hoofdzakelijk) werken voor een werkgever gevestigd in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
  • niet-Europese onderdanen die als zelfstandige werken in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Wat is er veranderd? 

1. Eenvoudigere loonberekening

De loonplafonds voor de specifieke beroepscategorieën worden berekend op basis van een percentage van het gemiddelde bruto maandloon in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Dit is 4.604 euro (het gewaarborgd gemiddeld maandelijks minimuminkomen of GMMI op 1 mei 2024 is 2.070,48 euro). Het enige element dat in aanmerking wordt genomen, is dus het basismaandloon, dat overeenstemt met code 1 van de DmfA, de multifunctionele aangifte aan de RSZ.

2. Geen arbeidskaart B meer

De arbeidskaart B gaat voortaan door het leven als ofwel “toelating tot arbeid van korte duur” ofwel “toelating tot arbeid van lange duur”.

3. Minder formaliteiten voor arbeidsvergunningen van meer dan een jaar

Werkgevers hoeven niet langer documenten op te sturen voor de jaarlijkse controle wanneer de overheid een werkvergunning voor meer dan een jaar heeft verleend.

4. Arbeidsvergunning voor onbepaalde duur na 30 maanden verblijf en tewerkstelling in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

De loontrekkende die gedomicilieerd is in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest moet minstens 30 maanden zonder onderbreking in België verblijven en 30 maanden tewerkstelling kunnen aantonen aan de hand van een gecombineerde vergunning of een arbeidsvergunning verkregen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

5. Te verstrekken extra bijlagen

Sommige categorieën werknemers moeten aanvullende documenten indienen, zoals een functieomschrijving en een organigram van het bedrijf. Op die manier kan de aanvraag beter beoordeeld worden.

6. Omzetting van de nieuwe blauwekaartrichtlijn

De nieuwe regelgeving bevat ook nieuwe bepalingen met betrekking tot de blauwe kaart. Zo wordt overstappen naar een andere werkgever eenvoudiger.

Benamingen

  1. Toelating tot arbeid van korte duur: als de duur van de tewerkstelling op Belgisch grondgebied maximaal 90 dagen bedraagt.
  2. Toelating tot arbeid van lange duur: als de werknemer een grensarbeider is of vanuit het buitenland telewerkt voor een werkgever die gevestigd is in het Brussels Gewest voor een periode van meer dan 90 dagen.
  3. Gecombineerde vergunning:

De procedure inzake de gecombineerde vergunning is nog steeds dezelfde als de werknemer in België verblijft en de betrokkene langer dan 90 dagen in België werkt.

Hoe aanvragen?

De werkgever of zijn vertegenwoordiger moet een arbeidsvergunning voor de niet-Europese onderdaan aanvragen bij de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel (Brussel Economie en Werkgelegenheid - Directie Economische Migratie). Dit moet zowel voor arbeidsvergunningen van korte duur als voor arbeidsvergunningen van lange duur. Anderzijds wordt de aanvraag voor een arbeidsvergunning van onbeperkte duur ingediend door de buitenlandse werknemer via het uniek loket “Working in Belgium”, als de betrokkene gedomicilieerd is in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Ook een zelfstandige moet bij het ondernemingsloket of bij de diplomatieke post een vergunning aanvragen om een zelfstandige activiteit te mogen uitoefenen als de onderneming van plan is om haar maatschappelijke zetel in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest te vestigen of heeft gevestigd, of als het merendeel van de geplande activiteiten in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zal plaatsvinden.

Meer informatie over de hervorming van de “arbeidsvergunningen” vindt u in de regelgeving die sinds 1 oktober 2024 van kracht is in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. U vindt die terug op de website van Brussel Economie en Werkgelegenheid -BEW-, Gewestelijke Overheidsdienst Brussel.

Zie ook

Van kracht sinds 1 oktober 2024: