Een eerste analyse voor ons land
Het Centrum voor Risicoanalyse van Klimaatverandering (Cerac) heeft de conclusies gepubliceerd van zijn studie “Is Belgium living within its safe operating space?”.
Het webinar “De sociale impact van het overschrijden van de planetaire grenzen. Een eerste analyse voor België”, werd op dinsdag 17 september georganiseerd door Cerac (het Centrum voor de Risicoanalyse van de Klimaatverandering). Dit nieuwe orgaan, dat de risico's in verband met de klimaatverandering op Belgisch niveau evalueert en aanbevelingen doet aan de Nationale Veiligheidsraad en de Belgische politieke besluitvormers, werd al voorgesteld in Nieuwsbrief nr. 139.
De resultaten van hun tweefasige rapport “Is Belgium living within its safe operating space?” werden op dat webinar voorgesteld.
In de eerste fase werd geprobeerd een “veilige en eerlijke werkruimte binnen de planetaire grenzen” op de schaal van België te omschrijven en werden de resulterende ecologische voetafdrukken beoordeeld.
De tweede fase analyseerde de sociale impact van het overschrijden van deze grenzen op het vlak van gezondheid, werk en toegang tot basisvoorzieningen.
De negen planetaire grenzen:
- klimaatverandering,
- biodiversiteit,
- biogeochemische cycli,
- grondgebruik,
- luchtvervuiling,
- de watercyclus,
- vervuiling,
- aantasting van de ozonlaag,
- en verzuring van de oceanen.
zijn voornamelijk geanalyseerd op basis van hun relevantie op Belgisch niveau, en ook op basis van de beschikbare literatuur, ook al is deze voor een aantal van de bestudeerde grenzen nogal mager gebleken.
Eerste conclusies
Om te beginnen kunnen we een aantal vaststellingen doen.
Ten eerste, en dat is niet verrassend, zijn het vooral de meest kwetsbare bevolkingsgroepen die het hardst getroffen worden door het overschrijden van de planetaire grenzen (en ook door de transitiemaatregelen). Ouderen, kinderen, vrouwen en mensen uit de lagere sociaaleconomische klasse behoren tot de meest kwetsbare groepen uit onze samenleving. Hun sociaaleconomische positie beïnvloedt de mate van aanpassingsvermogen, waardoor deze groepen kwetsbaarder zijn voor klimaat-, energie- en ecologische transitiemaatregelen.
De studie stelt ook vast dat in 2024 meer dan 20% van de Belgische bevolking het risico loopt om in armoede te vervallen. Helaas stijgt dit cijfer al enkele jaren.
Zoals gezegd zijn er een aantal risico's verbonden aan de uitvoering van de transitiemaatregelen. Het belangrijkste is dat de prijsstijgingen als gevolg van nieuwe transitiemaatregelen niet worden afgewenteld op reeds kwetsbare bevolkingsgroepen. Het is bijvoorbeeld belangrijk dat de duurdere voedingsmiddelen en landbouw niet op de schouders van de boeren terechtkomen. In diezelfde trant is het ook belangrijk dat een hele bevolkingsgroep niet wordt uitgesloten als gevolg van de hoge renovatie- en isolatiekost van gebouwen.
Zoom op Brussel
In het Brussels Gewest werden verschillende gelijkaardige studies uitgevoerd en het blijkt dat er in Brussel al milieuongelijkheden bestaan.
Zoals Simon de Muyck uitlegt, is de milieukwaliteit ongelijk verdeeld tussen de verschillende sociale groepen in het Brusselse Gewest. Men stelt bv. vast dat er een duidelijk verband is tussen de stedelijke dichtheid en de aanwezige milieuproblemen. Hoe lager het mediaan loon, hoe groter de stedelijke dichtheid. Bovendien hebben de inwoners van de vijfhoek minder toegang tot groen dan de inwoners van de gemeenten aan de rand. Bovendien zijn de gemeenten in de vijfhoek en langs het kanaal meer onderhevig aan ozonpieken, hittepieken en overstromingen, zowel door regen als door hoogteverschillen.
Deze ongelijkheden komen in het Brussels Gewest niet alleen voor op intraregionale schaal, maar ook op intragemeentelijke schaal.
De rol van de gemeenten
De Brusselse gemeenten zetten zich al jaren in om sociale ongelijkheden te bestrijden en nemen op hun eigen niveau maatregelen om te voorkomen dat de planetaire grenzen worden overschreden. Hun klimaatactieplannen (KAP) bevatten immers tal van maatregelen om zich aan te passen aan de klimaatverandering en om deze te beperken, en voorzien in concrete acties om een rechtvaardige klimaat- en ecologische transitie te verzekeren.
In deze context is het belangrijk om te onthouden dat, gezien hun financiële situatie, de Brusselse gemeenten zich soms machteloos voelen om de uitdagingen van de klimaatverandering aan te gaan of de milieuongelijkheden terug te dringen. Het is dus van cruciaal belang om nog eens te wijzen op de belangrijke rol van de gemeenten als eerste bestuursniveau dat het best geplaatst is om op het terrein concrete acties te ondernemen, zo dicht mogelijk bij de burgers. Ze moeten hun opdracht dan ook kunnen voortzetten en daarvoor meer mensen en middelen krijgen.