In haar zoektocht naar oplossingen voor de plaatselijke besturen, en na ontmoetingen met de verschillende betrokkenen van dit dossier, heeft Brulocalis op 30 juni twee brieven over pensioenen verstuurd. De eerste was gericht aan mevrouw Karine Lalieux, Minister van Pensioenen, en de tweede aan mevrouw Sarah Scaillet, Administrateur-generaal van de Federale Pensioendienst. In deze brieven vraagt Brulocalis enerzijds aan de Minister om flexibiliteit aan de dag te leggen door een overgangsperiode te voorzien voor de toepassing van de voorwaarden om te kunnen genieten van de stimulus tot oprichting van een tweede pensioenpijler in de loop van 2022, en, anderzijds, of de FOD van plan is om op te treden als opdrachtencentrale bij de oprichting van een pensioenfonds.

Hervorming, tweede pijler en einde van het consortium Belfius-Ethias

Zoals jullie weten, volgt Brulocalis al vele jaren het dossier op betreffende de pensioenen van de ambtenaren van de plaatselijke besturen en, meer bepaald, de stimulus voor de oprichting van een tweede pijler, een aanvullend pensioencontract voor de contractuelen.

De Brusselse gemeenten – die zich in het verleden niet hebben gemengd in het debat – zijn nu begonnen met het geleidelijk aan oprichten van een tweede pijler. Dit is iets wat wij toejuichen. Toch rezen er heel wat terechte vragen bij de gemeenten na de aankondiging eind juni 2021 dat het groepsverzekeringscontract Belfius-Ethias op 31 december 2021 zou worden beëindigd.

Dit besluit kwam voor de hele gemeentelijke sector als een verrassing. En hoewel de reserves die door de leden tot 31/12/2021 opgebouwd worden niet in gevaar komen, stellen de lokale overheden zich vragen over de betalingen van de premies vanaf 1/1/2022. Ook de instanties die overwogen een product van de "tweede pijler" aan te bieden, vragen zich nu af wat ze moeten doen... Wij zullen hier in een later schrijven op terugkomen, aangezien het antwoord deels afhangt van de vragen die wij aan de Minister van Pensioenen, mevrouw Karine Lalieux, hebben gesteld.

Parallel aan deze gebeurtenissen moet worden opgemerkt dat de minister van Pensioenen een aantal hervormingen in de pijplijn heeft zitten.

In haar brief wenst Brulocalis nogmaals haar steun te betuigen aan het project tot wijziging van de federale stimulus voor de oprichting van een tweede pijler, dat de Minister momenteel bij de federale regering verdedigt. Het voorstel van de Minister zou een einde maken aan een aantal perverse effecten waarvan de gevolgen met name voor de Brusselse plaatselijke besturen bijzonder nadelig zijn (verwijzing naar actu wanneer deze online komt te staan). Daarnaast zou dit, nu de Federale regering overweegt om de financiering hiervan deels op zich te nemen, een financiële reddingsboei zijn voor de lokale financiën die zwaar getroffen zijn door de coronacrisis.

Daarnaast draagt ook het gewestelijke niveau zijn steentje bij in dit dossier, aangezien de minister van Plaatselijke Besturen van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, de heer Bernard Clerfayt, vorig jaar een project heeft voorgesteld om de barema’s voor het personeel van de plaatselijke besturen te verhogen. Een deel van de hieraan toegewezen middelen is bestemd voor de oprichting van een tweede pijler voor contractuelen. Hoewel de vakbondsonderhandelingen nog niet zijn afgerond, is het waarschijnlijk dat de overheidsdiensten vóór 31 december 2021 een tweede pijler zullen moeten opzetten om hier ten volle van te kunnen genieten.

Het is dus in deze wijzigende politieke context dat de druk op de Brusselse plaatselijke besturen nog is toegenomen met de beëindiging van het groepsverzekeringscontract Belfius-Ethias. Daardoor hebben zij niet langer de snelste en eenvoudigste oplossing – zich aansluiten bij een bestaand product – ter beschikking. De beëindiging van dit contract verplicht de 10 overheidsdiensten die momenteel aangesloten zijn, om een andere oplossing te zoeken.

De situatie is dus uiterst complex, zowel voor de administraties als voor onze gemeentelijke mandatarissen, die een beslissing moeten nemen in een veranderende context.

Het is inderdaad zeer waarschijnlijk dat de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten het de lokale overheden onmogelijk zullen maken om vóór 31 december 2021 een tweede pijler op te richten.

Brulocalis heeft de Minister van Pensioenen ook verzocht om flexibiliteit aan de dag te leggen door een overgangsperiode te voorzien voor de toepassing van de voorwaarden om te kunnen genieten van de stimulus in de loop van 2022 (met name voor wat betreft de verplichting om vóór 31 december 2021 een tweede pijler op te richten).

Wij intensiveren onze contacten en doen er alles aan opdat de transitie naar het toekomstige aanvullende pensioenplan bij het pensioenorganisme dat in 2022 gekozen zal worden, een zo definitief mogelijk karakter zal kennen.

We moeten ook weten of en in welke mate de FOD opnieuw de rol van opdrachtencentrale kan opnemen, zoals dat ook in 2009 het geval was.

Federale Overheidsdienst Pensioenen


In een tweede schrijven, dat gelijktijdig werd verstuurd, heeft Brulocalis aan de FOD gevraagd of de overheidsdiensten die met Belfius en Ethias een groepsverzekering hadden afgesloten, en de administraties die van plan waren om zich nog in 2021 bij een aanvullend pensioenplan aan te sluiten, het bewijs kunnen leveren van de oprichting van een tweedepijlerplan met betrekking tot 2021 binnen een termijn die de geldende termijn overschrijdt.

Deze overgangsperiode zou het de plaatselijke overheden mogelijk maken om de verschillende pensioenorganismen zonder tijdsdruk te bestuderen, en de federale stimulus niet verschuldigd te zijn als gevolg van een eenzijdige beslissing van de verzekeraars.

Wij zullen jullie de komende weken en maanden op de hoogte houden van het verdere verloop van deze kwestie. Lees dus zeker onze publicaties en volg onze informatiekanalen; ons magazine Trait d'Union, onze website en onze nieuwsbrief. Klik hier om u in te schrijven op onze nieuwsbrief. 

Meer informatie

Lees ook