De maatregelen in het besluit van de minister-president van 2 april 2024 worden verlengd en lopen nu nog van 4 maart tot en met 3 september 2025. Doel: de rust in het Brussels gewest, en meer bepaald in de bewuste wijken, verder herstellen.
Dat is op 11 februari 2025 unaniem goedgekeurd door de Gewestelijke Veiligheidsraad waarop ook de 19 burgemeesters aanwezig waren.
Het doel van het besluit
Het besluit van de minister-president van 26 februari 2025 werd om minstens twee redenen goedgekeurd. Ten eerste biedt het een “holistische reactie van lange adem” op de drugshandel en het geweld in Brussel. Ten tweede draagt het bij tot een “gezamenlijke en aangehouden inspanning van alle preventie- en veiligheidsdiensten”
De bewuste problemen doen zich voor op het grondgebied van meerdere gemeenten. De openbare ordehandhaving valt daardoor onder de bevoegdheid van de minister-president. Hij is dus bevoegd om maatregelen te nemen[1].
De inhoud van het besluit
Door het besluit van 2 april 2024 zijn in alle Brusselse gemeenten 24 op 24 en 7 op 7 de volgende zaken verboden. Ze gelden voor iedereen die niet over de vereiste vergunning beschikt. Er geldt geen enkele uitzondering. Ze hebben betrekking op:
- Het gebruik, de voorbereiding, het uitstallen, de verkoop van pyrotechnische artikelen als bedoeld in art. 2 en het gebruik van geluidskanonnen of carbuurschieten (art. 2).
Bovendien zijn verkoopautomaten voor alcoholische dranken op openbare plaatsen verboden (art. 3 §1).
Bovendien bepaalt het besluit van 2 april 2024 dat in 17 wijken die in artikel 6 staan het verbod daar voor iedereen, 24 op 24 en 7 op 7, geldt[2]. Op basis van politieanalyses en input van plaatselijke organisaties gaat het om de volgende wijken: de wijk Antwerpsesteenweg, de Matongéwijk, de IJzerwijk, de Krakeel wijk, de Versailleswijk, de Hallepoortwijk, de Clemenceauwijk, de Peterboswijk, de Sint-Antoniuswijk, de wijk van het Zuidstation, de wijk van het Noordstation, de Zwarte Vijverswijk, de Ribeaucourtwijk, de Bonneviewijk, de Paal- en Kolomwijk, de wijk Elizabethpark. Zijn er verboden:
- het drinken van alcoholische dranken op de openbare weg (art. 3 §2);
- elk gedrag dat te maken heeft met het aankopen van illegale drugs zoals beschreven in artikel 4:
- het veroorzaken van overlast door het opzoeken van illegale drugverkopers of tussenpersonen;
- zich ophouden in de openbare ruimte of aangrenzende plaatsen, zoals de portalen van winkeliers en privépersonen, met als enige doel illegale drugs te kopen of te zoeken;
- op straat geld wisselen voor de aankoop van illegale drugs.
Tot slot mogen in diezelfde wijken tussen 22.00 en 6.00 uur, 7 op 7, alleen cafés, restaurants en afhaaldiensten alcoholische dranken verkopen die meegenomen mogen worden.
De gevolgen voor de gemeente
Het besluit van 26 februari 2025 heeft voor de gemeente over het algemeen als gevolg dat:
- het aangeplakt moet worden en op de gemeentelijke website moet gezet worden overeenkomstig art. 112 NGW (artikel 4, lid 2). Bovendien kan het aangewezen zijn om aankondigingen op te hangen in de omgeving van de betrokken wijken en de betrokken winkeliers te informeren;
- de burgemeester en de politiediensten moeten toezien op de naleving van dit besluit (art. 4, lid 1).
Voor wat betreft het verbod op de verkoop van alcoholische dranken om mee te nemen en het verbod op het gebruiken van alcoholische dranken op de openbare weg, houdt het besluit het volgende in:
- de burgemeesters kunnen uitzonderingen toestaan. Zij oordelen over de voorwaarden, al naargelang de omstandigheden. Deze uitzonderingen gelden enkel voor activiteiten die een zeer beperkte en/of tijdelijke impact hebben op de openbare orde en openbare rust in de gemeente (art. 3 §3);
- De burgemeesters kunnen voor de handhaving van deze verbodsbepalingen om het even welke bijkomende bestuurlijke politiemaatregel nemen (art. 3 §4).
Overigens wordt het begrip “alcoholische drank” in dit geval omschreven als “elke drank (gegist, geweekt, gedistilleerd of andere) die ethylalcohol of ethanol bevat”.
[1] Artikel 11 van de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt, BS 22 december 1992.
[2] Meer in het bijzonder artikel 6 zoals gewijzigd door het MB van 25 oktober 2024 en het MB van 26 februari 2025.