Twee noodzakelijke koninklijke besluiten voor de uitvoering van de wet betreffende de gemeentelijke bestuurlijke handhaving zijn gepubliceerd en treden binnenkort in werking.

Met de wet op de gemeentelijke bestuurlijke handhaving, die onlangs van kracht is geworden (zie ons nieuwsbericht), wil men de strijd aanbinden tegen de negatieve gevolgen van de georganiseerde misdaad voor de veiligheid in de gemeente en de lokale economie. Gemeenten hebben nu nieuwe tools in handen om bepaalde illegale activiteiten op hun grondgebied te bestrijden.

Deze wet schrijft voor dat er een koninklijk besluit komt tot vaststelling van de economische sectoren en activiteiten waarop de maatregelen van toepassing kunnen zijn. Met andere woorden, het gaat hier om de lijst van economische sectoren en activiteiten die in een gemeentelijke politieverordening kunnen opgenomen worden en vervolgens het voorwerp kunnen uitmaken van een integriteitsonderzoek. Op basis van de resultaten van dit onderzoek kan de gemeente besluiten om de commerciële instelling te sluiten of de vergunning te weigeren, te schorsen of op te heffen.

Dat is nu gebeurd. Het KB van 22 april 2024 betr. de economische sectoren en activiteiten op basis waarvan een politieverordening kan worden uitgevaardigd overeenkomstig art. 119ter NGW is gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad en is in werking getreden op 25 mei 2024.

De sectoren die in dit besluit staan, zijn afgebakend op basis van een studie van professor Jelle Janssens (UGent) in opdracht van de minister van Binnenlandse Zaken. Bij deze studie waren nationale en internationale actoren betrokken, in het bijzonder justitiële partners zoals het parket, de NYPD en deskundigen uit Nederland, Duitsland en Italië. Brulocalis woonde ook een vergadering bij met de professor, zijn assistent en vertegenwoordigers van de Brusselse gemeenten die door de Conferentie van burgemeesters waren aangesteld en die de risicosectoren moesten voordragen. De bedoeling was om sectoren aan te duiden die gevoelig zijn voor ondermijnende criminaliteit, zoals de horeca, de autosector, de detailhandel, de vastgoedsector, de schoonheidssector en de sector van de kansspelen, maar ook activiteiten zoals vape shops, kapsalons, massagesalons, nachtclubs, carwashes en seksuitbatingen.

De hele lijst van sectoren is te vinden in artikel 1 en de lijst van subsectoren in artikel 2 van het koninklijk besluit. De lokale besturen kunnen deze classificaties aanpassen aan hun eigen lokale situatie, zodat ze gericht kunnen optreden in risicosectoren.

Er moet ook worden aangestipt dat de gemeenten vrij kunnen beslissen of ze deze politieverordening al dan niet uitvaardigen. Ze kunnen ook een keuze maken uit sommige of alle economische sectoren die in het KB staan en binnen deze sectoren subsectoren afbakenen overeenkomstig de lijst in het KB. De gemeenten kunnen ook beslissen om bepaalde integriteitsonderzoeken met betrekking tot bepaalde sectoren te beperken tot slechts een deel van het gemeentelijke grondgebied. Een gemeente kan bijvoorbeeld besluiten om alleen de autosector op te nemen in haar politieverordening, en met betrekking tot de autosector kan worden besloten om zich alleen te richten op carwashes in een specifiek deel van de gemeente.

De wet bepaalt dat dit koninklijk besluit regelmatig herzien moet worden zodat het de realiteit op het terrein blijft weerspiegelen. De minister: “De georganiseerde misdaad kan inventief zijn en zich snel op nieuwe sectoren en activiteiten storten. De gemeentebesturen moeten dus zeer snel kunnen inspelen op de nieuwste ontwikkelingen op dit terrein. Daarom moeten deze sectoren en activiteiten voortdurend in de gaten worden gehouden en gevolgd worden en vervolgens omgezet worden in het KB”.

Ter ondersteuning van dit werk is een nieuwe Directie Integriteitsbeoordeling voor Openbare Besturen of kortweg DIOB in het leven geroepen om de gemeentebesturen te adviseren bij integriteitsonderzoeken en om ontwikkelingen in de misdaad in de gaten te houden. De DIOB moet ook worden ingeschakeld voor voorafgaand advies naar aanleiding van deze integriteitsonderzoeken.

Tot slot bepaalt de wet op de bestuurlijke handhaving dat er een Centraal register van integriteitsonderzoeken moet komen. Het KB van 26 april 2024 betr. de registratie, toegang en raadpleging van de gegevens van het Centraal Register van Integriteitsonderzoeken is nu gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. Het is in werking getreden op 25 mei 2024. Dit besluit legt de procedures vast voor registratie en toegang tot het Centraal Register van Integriteitsonderzoeken. Het bepaalt in het bijzonder welke informatie het gemeentebestuur in het kader van de strijd tegen de ondermijnende criminaliteit moet bezorgen aan de DIOB voor de registratie van beslissingen tot weigering, schorsing of opheffing van de vestigings- of uitbatingsvergunning, of tot sluiting van een inrichting.