Op 9 november werd Brulocalis in de Kamer gehoord door de commissie Binnenlandse Zaken over de gemeentelijke administratieve sancties. Via de stem van haar adviseur Maxime Banse kon Brulocalis haar mening kwijt over de desbetreffende wetgeving, de administratieve sancties in Brussel in hun context plaatsen, een paar voorstellen doen ter verbetering van de wet en nieuwe overtredingen toevoegen die onder de toepassing van de wet zouden kunnen vallen, zoals bijvoorbeeld openbare dronkenschap.


A. Voorstellen tot wijziging van de GAS-wet


Wij verwijzen naar het advies van het Bureau van Brulocalis en naar dat van de Conferentie van burgemeesters die bij de voorbereiding van het rapport werden opgemaakt. (...)
 
1/ Bewijskracht van de pv’s
De vaststellingen van (gewone of gemengde) inbreuken door de vaststellers hebben geen kracht van bewijs en hebben enkel een informatieve waarde voor de sanctionerend ambtenaar of voor de rechter.
In strafzaken hebben de inbreuken die door de politie vastgesteld worden, bewijskracht wanneer de wet daar uitdrukkelijk in voorziet, wat het geval is voor inbreuken op de wegcode.
Aangezien bepaalde inbreuken op de wegcode gemengde inbreuken zijn (voor stilstaan en parkeren en voor de bepalingen met betrekking tot de borden C3 en F103), moeten ze naar onze mening ook bewijskracht krijgen bij GAS-boetes teneinde een gelijke behandeling tussen strafrechtelijke en administratieve procedures te kunnen garanderen. Het omkeren van de bewijslast zou het werk van de sanctionerend ambtenaren inzake probatie aanzienlijk vergemakkelijken en voor een effectiever vervolgingsbeleid zorgen, en zou het aantal geld-, energie- en tijdrovende rechtsmiddelen beperken.
 
2/ Weg met de aangetekende zending
Krachtens de huidige wetgeving moet er in meerdere gevallen een aangetekende brief verstuurd worden. Het zou interessant zijn om te bekijken of het nog nodig is om in het kader van een GAS-procedure (gewone en gemengde) dergelijke brieven te blijven versturen. Deze brieven brengen extra kosten en administratieve procedures met zich mee die volgens sommige mensen uit de praktijk contraproductief werken.
 
3/ Recidive effectief toepassen
Op dit moment kan men niet weten of er op het grondgebied van meerdere gemeenten recidive bestaat. Elke gemeente houdt haar eigen register bij, zonder dat de informatie met de andere gemeenten wordt uitgewisseld.
 
Het zou mogelijk moeten zijn om recidive die op het grondgebied van meerdere gemeenten is gepleegd, zwaarder te bestraffen, wat momenteel niet het geval is.
Artikel 44 3e lid van de GAS-wet geeft meerdere gemeenten de mogelijkheid om samen één enkel register bij te houden. Men zou eventueel kunnen denken aan een bredere invulling van de notie “meerdere gemeenten” en aan een nationaal register.
Het bijhouden van één register, bijvoorbeeld nationaal, zal het werk van gemeenten vergemakkelijken. Zij hebben om privacyredenen moeite om zo’n register op te zetten.
 
4/ Verkeersborden: manuele vaststellingen toestaan
Artikel 3, 3° van de GAS-wet bepaalt dat overtredingen van verkeersborden C3 en F103 uitsluitend vastgesteld kunnen worden door automatisch werkende toestellen. Deze beperking voorkomt dat de vaststellers manueel overtredingen kunnen vaststellen. Wij stellen dan ook voor om deze bepaling uit de wet te schrappen.
 

B. Toevoegen aan de wet van gemengde inbreuken


1/ Vooraleer gemengde inbreuken uit de strafwet te halen of aan de lijst toe te voegen denken we dat er bij het Openbaar Ministerie en het College van Procureurs-Generaal moet nagegaan worden of het echt nodig is om bepaalde inbreuken die te vaak zouden worden geseponeerd en/of een gerechtelijke achterstand zouden veroorzaken, administratief te vervolgen. Dit betekent volgens ons dat de strafrechtelijke autoriteiten moeten bevraagd worden en hierover naar hun standpunt moet gevraagd worden; elk arrondissement heeft op het terrein ook een andere realiteit. (...)
 
2/ openbare dronkenschap als lichte gemengde inbreuk
Er is bij het College van Procureurs-Generaal en bepaalde mensen uit de praktijk in Brussel effectief de wil om feiten van openbare dronkenschap die overlast veroorzaken, te kunnen vervolgen. In feite kan dit al omdat er in het politiereglement al heel wat bepalingen staan die het mogelijk maken wangedrag als gevolg van dronkenschap met een GAS-boete te bestraffen (bijv. geluidsoverlast, het niet naleven van een politiebevel, urineren op de openbare weg, verbod op alcoholgebruik op bepaalde plaatsen in de openbare ruimte, enz.).
 
Wat de praktische en redactionele aspecten van de tekst betreft, denken we ook dat er aandacht moet worden besteed aan de definitie van openbare dronkenschap; de plaatsen waar die vastgesteld wordt; aan de bewijslast [...]
 
Maar, indien beslist wordt om feiten van openbare dronkenschap administratief te vervolgen, moet worden opgemerkt dat een administratieve boete misschien niet effectief is omdat de betrokkene (sociaal of financieel) soms al in een kwetsbare situatie zit. We zouden dan eerder kunnen voorzien in een bemiddelingsprocedure om de schade te herstellen, of begeleiding kunnen aanbieden, zoals bijvoorbeeld al bestaat voor jongeren die de school opgeven.