Nieuwe neutrale ruimten voor uitvaartplechtigheden hoeven niet te voldoen aan de eisen voor de toekenning van een milieuvergunning, zoals een funerarium, als de lichamen van de overledenen er niet worden bewaard.

Sinds de inwerkingtreding van de ordonnantie van 29 november 2018 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging kunnen de gemeenten op hun grondgebied of op het grondgebied van een of meer aangrenzende gemeenten waarmee zij een overeenkomst sluiten, een of meer aangepaste ruimten ter beschikking stellen voor het houden van neutrale uitvaartplechtigheden (art. 34).

 

De vraag rees echter aan welke technische hygiënevoorschriften die ruimten precies moeten voldoen.

Leefmilieu Brussel heeft die vraag onlangs beantwoord met een brede interpretatie van het begrip funerarium.

Voor de uitbating van een neutrale ruimte is immers een milieuvergunning klasse 2 vereist als de activiteit valt onder rubriek 67 van de bijlage bij het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 4 maart 1999 tot vaststelling van de ingedeelde inrichtingen van klasse IB, [IC, ID], II en III overeenkomstig artikel 4 van het besluit van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen, dat betrekking heeft op funeraria, kamers waar balseming wordt uitgevoerd". Dit begrip wordt geïnterpreteerd als elke plaats waar lichamen worden bewaard in afwachting van een uitvaartplechtigheid, met of zonder de mogelijkheid tot bezinning.

Er moet dus een onderscheid gemaakt worden tussen uitvaartplechtigheden en momenten van bezinning (gebed, eerbetuiging, ...) die plaatsvinden vóór de begrafenis in een plaats waar de overledene wordt bewaard:

  • Lokalen waar uitvaartplechtigheden plaatsvinden (of het nu gaat om gebedshuizen of een gemeentelijke ruimte waar neutrale uitvaartplechtigheden worden gehouden) zijn als zodanig geen inrichtingen die aan een milieuvergunning onderworpen zijn.
  • Een vergunning is wel vereist krachtens rubriek 67 als het stoffelijk overschot in de gemeentelijke ruimte (of gebedshuis) wordt bewaard in afwachting van een plechtigheid. Het verschil zit namelijk in het milieurisico: in zo'n kamer wordt de overledene op een bepaald moment (vooral 's nachts) onbewaakt achtergelaten. Daarom is het noodzakelijk om de bewaring te omkaderen, om verspreiding van ziektes te voorkomen.

Tot slot, zolang men binnen het strikte kader van een uitvaartplechtigheid blijft, is er geen milieuvergunning nodig. Een dergelijke vergunning is wel vereist als de stoffelijke resten in afwachting van de ceremonie in de gemeentelijke ruimte worden bewaard.