Op maandag 3 februari 2025 wordt de overgrote meerderheid van de OCMW-raden in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest geïnstalleerd en beginnen zij dus aan een nieuwe legislatuur. Deze vierde praktische fiche van de Federatie van OCMW’s beschrijft de modaliteiten die gepaard gaan met deze essentiële democratische handeling, namelijk de installatie van de beleidsorganen die binnen de lokale OCMW’s zullen beraadslagen. Daarnaast gaat de fiche in op de eerste handelingen en stemmingen die deze beleidsorganen moeten uitvoeren wanneer ze aan hun nieuwe lokale legislatuur beginnen.
IN HET KORT
Op maandag 3 februari 2025 wordt de overgrote meerderheid van de OCMW-raden in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest geïnstalleerd en beginnen zij dus aan een nieuwe legislatuur. Deze vierde praktische fiche van de Federatie van OCMW’s beschrijft de modaliteiten die gepaard gaan met deze essentiële democratische handeling, namelijk de installatie van de beleidsorganen die binnen de lokale OCMW’s zullen beraadslagen. Daarnaast gaat de fiche in op de eerste handelingen en stemmingen die deze beleidsorganen moeten uitvoeren wanneer ze aan hun nieuwe lokale legislatuur beginnen.
WETTELIJKE BASIS
- Organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de OCMW’s (hierna ‘OW’);
- Brusselse ordonnantie van 14 maart 2019 tot wijziging van de OW, die gepubliceerd werd in het BS van 23 april 2019;
- Besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 5 september 2024;
- Omzendbrief van het Verenigd College van de GGC voor algemeen welzijn van 10 oktober 2024.
TOELICHTING
1. Wanneer begint het mandaat te lopen?
Het mandaat van de leden van de OCMW-raad vangt aan op de eerste werkdag van de tweede maand volgend op de datum van de installatie van de gemeenteraad die verkozen werd na een volledige vernieuwing, of ten laatste op de eerste dag van de tweede maand volgend op de maand waarin de uitslag van hun verkiezing definitief geworden is (art. 19 van de OW).
Als alle voorziene procedures zonder beroep verlopen zijn, vindt de installatie van de nieuwe OCMW-raden naar aanleiding van de verkiezingen van oktober 2024 dus plaats op maandag 3 februari 2025 (op het tijdstip dat vermeld staat in de oproeping).
Deze installatie vormt het begin van de nieuwe legislatuur. Op de installatievergadering zitten de mandatarissen en de administratieve ambtenaren, vertegenwoordigd door de secretaris-generaal van het OCMW, voor het eerst samen.
2. Wat houdt de eedaflegging vormelijk en inhoudelijk in?
Voordat ze in functie treden, worden de leden van de OCMW-raad, die in december 2024 door de gemeenteraad verkozen zijn, door de burgemeester opgeroepen voor de installatievergadering van de OCMW-raad.
Zij leggen in de handen van de burgemeester de volgende eed af (art. 20 van de OW):
“Ik zweer de verplichtingen van mijn ambt trouw na te komen.”
Ter herinnering: verkozenen die niet voldoen aan de voorwaarden om zich verkiesbaar te stellen of die zich op de dag van de installatie in een situatie van onverenigbaarheid bevinden, kunnen niet opgeroepen worden om de eed af te leggen.
In geval van een volledige vernieuwing van de raad, zoals dat het geval is aan het begin van de nieuwe legislatuur, vindt de eedaflegging plaats bij aanvang van de installatievergadering die georganiseerd wordt op de datum zoals bedoeld in artikel 19, § 1, zie hoger). Deze eedaflegging vindt plaats op de hoofdzetel van het OCMW, waarbij de burgermeester het begin van deze vergadering van de OCMW-raad voorzit om de eden te ontvangen.
De (nog niet verkozen) voorzitter van de OCMW-raad is eveneens lid van die raad en moet dus ook de eed afleggen, onder dezelfde vormelijke en inhoudelijke voorwaarden, zodat de voorzitter ook geïnstalleerd kan worden, zoals elk OCMW-raadslid.
Zodra alle leden van de OCMW-raad de eed afgelegd hebben, kan de burgemeester (en alleen de burgemeester) de rest van de vergadering van de OCMW-raad met raadgevende stem bijwonen en desgewenst de vergadering voorzitten (art. 26, § 1 van de OW).
3. Verkiezing van de voorzitter van de OCMW-raad: hoe en voor welke bevoegdheden?
In artikel 25, § 1 van de OW staat duidelijk het volgende: “De raad voor maatschappelijk welzijn kiest onder zijn leden een voorzitter.”
Dit is de eerste handeling die de nieuwe raad na installatie verricht, zodat de OCMW-raad zijn acties kan voortzetten.
De voorzitter wordt verkozen bij geheime stemming en in één enkele stemronde en moet een meerderheid van de stemmen halen om verkozen te worden, waarbij elk lid van de OCMW-raad over één stem beschikt.
Merk op dat artikel 25, § 4 van de OW het volgende bepaalt: “Kan geen voorzitter zijn:
1/ de persoon met een mandaat of een andere leidende functie in het Brussels gewestelijk, gemeenschaps- of bicommunautair bestuur;
2/ de persoon met een mandaat of een andere leidende functie in:
- een Brusselse instelling van openbaar nut al dan niet onderworpen aan het statuut;
- elke andere structuur onderworpen aan het toezicht van de Regering, van de Gemeenschapscolleges of van het Verenigd College;
- een intercommunale op het grondgebied waarvan het OCMW in kwestie is gevestigd;
3/ het vast lid van het directiecomité:
- van een Brusselse instelling van openbaar nut al dan niet onderworpen aan het statuut;
- van elke andere structuur onderworpen aan het toezicht van de Regering, van de Gemeenschapscolleges of van het Verenigd College;
- van een intercommunale op het grondgebied waarvan het OCMW in kwestie is gevestigd.
4/ een lid van het Brussels Hoofdstedelijk Parlement, van de Kamer van Volksvertegenwoordigers, van de Senaat, van het Vlaams Parlement of van het Europees Parlement.”
De voorzitter oefent binnen het OCMW essentiële bevoegdheden uit, zoals het voorzitten van de vergaderingen van de OCMW-raad (als moderator), maar is ook “voorzitter van rechtswege” van het vast bureau en van de bijzondere comités (art. 27, § 4 van de OW).
De voorzitter van de OCMW-raad voert belangrijke opdrachten uit, zoals opgenomen in artikel 28 van de OW. Kort samengevat gaat het om de volgende opdrachten: de activiteiten van het OCMW leiden, zorgen voor het voorafgaand onderzoek van de zaken, de vergaderingen bijeenroepen en de agenda’s vaststellen, de beslissingen van de raad of van de andere organen uitvoeren, de akten en briefwisseling ondertekenen en het OCMW vertegenwoordigen.
Deze verschillende beheershandelingen van het OCMW worden uitgevoerd in nauwe samenwerking met de secretaris-generaal van het OCMW om de wettigheid van de handelingen van het OCMW te garanderen.
Tot slot heeft de voorzitter een essentiële sociale opdracht, namelijk dringende hulp toekennen: “De voorzitter kan in dringende gevallen en binnen de perken bepaald door het huishoudelijk reglement van de raad voor maatschappelijk welzijn, zelf tot hulpverlening beslissen, mits zijn beslissing aan de raad of aan het orgaan aan wie deze bevoegdheid werd gedelegeerd te onderwerpen op de eerstvolgende vergadering met het oog op haar bekrachtiging” (art. 28, § 3 van de OW).
Krachtens artikel 28, § 4 van de OW woont de voorzitter ten slotte, op zijn verzoek of op uitnodiging van de burgemeester, met raadgevende stem de vergaderingen van het college van burgemeester en schepenen bij, behoudens aangelegenheden inzake de vestiging en de invordering van de gemeentebelastingen en inzake tuchtmaatregelen.
Daartoe ontvangt de voorzitter de agenda van de vergaderingen van het college op hetzelfde tijdstip als de schepenen. De voorzitter kan zich laten vergezellen door de secretaris-generaal of een door de secretaris-generaal aangeduid personeelslid.
Met betrekking tot het sociaal beleid van het OCMW wordt verduidelijkt dat het algemeen beleidsprogramma, zoals bedoeld in artikel 72 van de OW, opgesteld wordt op initiatief van de voorzitter, die het voorlegt aan de OCMW-raad. Na goedkeuring door de OCMW-raad bezorgt de voorzitter het algemeen beleidsprogramma aan het directiecomité.
4. Verkiezing van de andere overlegorganen van het OCMW?
De OCMW-raad richt in zijn midden een vast bureau op “dat belast is met het afhandelen van de zaken van dagelijks bestuur en waaraan hij bovendien andere welomschreven bevoegdheden kan overdragen”. “Het vast bureau vergadert ten minste twee keer per maand, op uitnodiging en onder het voorzitterschap van de voorzitter van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn.” (art. 27 van de OW)
De raad kan in zijn midden ook bijzondere comités oprichten, waaraan hij welomschreven bevoegdheden kan overdragen.
De oprichting van een bijzonder comité voor de sociale dienst is echter verplicht. Bovendien kan de OCMW-raad in zijn huishoudelijk reglement bepalen dat plaatsvervangers aangewezen worden, die de effectieve leden van de bijzondere comités mogen vervangen wanneer zij belet zijn.
Meestal gaat het hierbij om de tweede en derde stemming in de nieuwe raad zodra die geïnstalleerd is.
Het vast bureau en elk bijzonder comité, met inbegrip van de voorzitter, bestaan telkens uit:
- 4 leden voor een raad met 11 of 13 leden;
- 5 leden voor een raad met 15 leden.
De leden van het vast bureau en de leden van elk bijzonder comité worden, met uitzondering van de voorzitter, bij geheime stemming en in één enkele stemronde aangewezen, waarbij elk raadslid over één stem beschikt. Bij een gelijk aantal stemmen wordt de oudste kandidaat verkozen.
Gemengd karakter?
Als na de stemming het gemengde karakter binnen het vast bureau of een bijzonder comité niet verkregen werd, wordt de uitslag ongeldig verklaard. Er wordt dan voor alle zetels, behalve die van de voorzitter, een nieuwe geheime stemming gehouden in één enkele stemronde tot de vertegenwoordiging van beide geslachten binnen het vast bureau en de bijzondere comités gewaarborgd is (artikel 27, § 8). In afwijking van deze regel wordt, wanneer het resultaat al twee keer ongeldig verklaard werd, het resultaat van de derde stemming weerhouden, zelfs als de vertegenwoordiging van beide geslachten niet verkregen werd binnen het vast bureau of de bijzondere comités.
Taalpariteit?
Wanneer in de gemeenten van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest het vast bureau geen enkel lid van de Nederlandse (of geen enkel lid van de Franse taalaanhorigheid) telt, neemt een lid van de OCMW-raad dat behoort tot de niet in het vast bureau vertegenwoordigde taalgroep met raadgevende stem deel aan de vergaderingen van dit bureau (art. 27, § 4).
Wanneer de OCMW-raad geïnstalleerd is en een voorzitter, een vast bureau en (minstens) één bijzonder comité voor de sociale dienst aangewezen heeft, is het OCMW volledig operationeel.