Met de goedkeuring van de ordonnantie betreffende het beheer en de sanering van verontreinigde bodems trachtte de Brusselse wetgever in 2009 de toepassing te verbeteren van de wetgeving inzake verontreinigde bodems. Dankzij de tevredenheidsenquête waaraan Brussel in 2014 samen met de andere betrokken partijen deelnam, kwamen verscheidene moeilijkheden en incoherenties aan het licht. Om daar iets aan te doen werd er een hervorming van de regelgeving op touw gezet. De nieuwe ordonnantie trad in werking op 23 juli 2017.

Drieledige hervorming


De hervorming uit zich op 3 vlakken: administratieve vereenvoudiging, versnelling van de procedures en tot slot optimalisering van de financiële ondersteuning van eigenaars die de vervuiling van hun terrein niet zelf veroorzaakt hebben.


Administratieve vereenvoudiging


De bewijslast betreffende het bestaan van vervuiling ligt voortaan bij Leefmilieu Brussel: zij moeten specifiëren waarom een terrein op de inventaris van de bodemtoestand ingeschreven wordt. De eigenaars moeten dus niet langer bewijzen dat er geen sprake is van vervuiling. Leefmilieu Brussel dient de overheden die de vergunningen afleveren, overigens op de hoogte te stellen van de beslissingen die genomen worden met betrekking tot verontreinigde bodems. Die communicatie zal verlopen via het gewestelijk platform Nova, dat gewijd is aan de procedures inzake stedenbouw en leefmilieu.

Een van de maatregelen in het kader van de administratieve vereenvoudiging is de afschaffing van het openbaar onderzoek dat verricht moest worden wanneer het saneringsproject betrekking had op een exploitatie die onderworpen is aan een milieuvergunning. Die afschaffing versnelt de procedure van de behandeling van verontreinigde bodems.

Om moeilijkheden te voorkomen op het vlak van interpretatie, levert de nieuwe ordonnantie preciseringen betreffende de verschillende soorten vervuiling, nl. de zogenaamde eenmalige, gemengde of weesvervuiling.

Bovendien verruimt de hervorming de vrijstellingen voor het verkennend bodemonderzoek. Dat onderzoek is bv. niet langer vereist bij een verlenging van een milieuvergunning. Anderzijds vereenvoudigt de hervorming ook de aanleidinggevende feiten. Dat is onder meer het geval wat betreft de uitvoering van een verkennend bodemonderzoek in het kader van een aanvraag van een stedenbouwkundige vergunning of een aanvraag van een milieuvergunning voor percelen ingeschreven op de inventaris van de bodemtoestand in categorie 0. De bepalingen inzake vrijstellingen werden geherstructureerd.

Tot slot wou de wetgever het gebruik van de stilzwijgende goedkeuring bevorderen (ten koste van de stilzwijgende weigering). Dit procedé werd opgenomen in de procedures betreffende de vragen en aanpassingsvoorstellen voor de maatregelen van risicobeheer of de saneringswerken of werken betreffende voorstellen van kalender voor de behandeling van bodemvervuiling.

Versnelling van de procedures


Om de administratieve behandeling van de dossiers te versnellen, bevordert de nieuwe tekst de spontane indiening van verschillende rapporten (in voorkomend geval het verkennend bodemonderzoek, de gedetailleerde studie of de risicostudie) en verplicht men de bodemverontreinigingsdeskundigen om te wijzen op de voordelen die een dergelijke combinatie van studies oplevert.

De 'behandeling van beperkte duur' vervangt het 'beperkt saneringsvoorstel' en verruimt het toepassingsgebied, met als doel de behandeling volgens een versnelde procedure van de vervuiling waarvoor de werken een bepaalde duur hebben (minstens 180 dagen). Met deze procedure wordt de indiening van een project dat goedgekeurd moet worden, uitgespaard.

Tot slot biedt de hervorming de mogelijkheid tot een 'minieme behandeling', nl. een onmiddellijke behandeling zonder toelating van Leefmilieu Brussel, maar onder het toezicht van de bodemverontreinigingsdeskundige en volgens de codes van goede praktijk. Deze behandeling kan uitgevoerd worden wanneer er in het kader van een verkennend bodemonderzoek stalen genomen worden en bieden de deskundige de mogelijkheid om bodemvervuiling aan het licht te brengen, en wanneer blijkt dat het te behandelen oppervlak miniem en afgebakend is.


Optimalisering van de financiële hulp


Wat de financiële ondersteuning betreft die geleverd kan worden aan eigenaars die de vervuiling van hun terreinen niet veroorzaakt hebben, beschrijft de nieuwe tekst onder meer de procedures betreffende de integrale tussenkomst van het dieselfonds (het Premazfonds, waarvoor er nog een samenwerkingsovereenkomst ondertekend moet worden), zowel voor de uitvoering van de bodemstudies betreffende dieseltanks als voor de sanering van vervuiling.

De ordonnantie laat ook de creatie toe van een regionaal fonds voor de behandeling van weesverontreinigingen, met het oog op de terugbetaling (geheel of gedeeltelijk) van de kosten van de behandeling van de vervuiling in uitvoering van de ordonnantie door de houders van verplichtingen die voortvloeien uit de toepassing van de ordonnantie of door Leefmilieu Brussel.

Tot slot wordt het systeem van de financiële waarborg herzien, waarbij in geval van vervreemding van het terrein, ten behoeve van de koper in een dekking voorzien wordt van de verbintenissen die aangegaan waren door de houder van de verplichtingen inzake behandeling. Het doel is een verlichting van de last die op de eigenaars rust.

Besluit


Brulocalis is tevreden met de verbeteringen in de behandeling van verontreinigde bodems op basis van de opmerkingen van de verschillende actoren van de sector, in het bijzonder de gemeenten. De regering moet deze rationalisering nog voortzetten via de aanpassing van verschillende regelgevende teksten terzake.

Wettelijke basis


Ordonnantie van 23 juni 2017 tot wijziging van sommige bepalingen van de ordonnantie van 5 maart 2009 betreffende het beheer en de sanering van verontreinigde bodems (BS 13 juli 2017 - inforum 312264)

Wat voorafging


Lees onze brief uit 2016 en het advies van Brulocalis over het ontwerp van hervorming > Hervorming ordonnantie verontreinigde bodems – advies van de VSGB