Het Grondwettelijk Hof zet de wetgever aan om initiatieven te nemen met het oog op de gelijkheid tussen de structuren die belast zijn met het algemeen belang.

In zijn arrest van 6 december 2012 stelt het Grondwettelijk Hof dat de autonome gemeentebedrijven niet onderworpen mogen worden aan de vennootschapsbelasting.

Twee voorwaarden:

  • ze oefenen een opdracht uit die identiek is met die van een intercommunale of een structuur voor intergemeentelijke samenwerking
  • er is geen concurrentie met bedrijven uit de privésector

Dit vonnis is gunstig voor de gemeentefinanciën.

Vroeger: twee aparte stelsels

  • De intercommunales zijn vrijgesteld van vennootschapsbelastingen maar onderworpen aan de belastingen op rechtspersonen (art. 180, 1° en 220 van het WIB1992).
  • De autonome gemeentebedrijven daarentegen zijn onderworpen aan de vennootschapsbelasting. Voortaan moet het werkwoord "zijn" dus in de verleden tijd gezet worden.

Maar discriminerend volgens het Grondwettelijk Hof

De gemeentebedrijven mogen ook taken uitvoeren die vergelijkbaar zijn met de taken van intercommunales.

Dat is een vorm van discriminatie die volgens het Grondwettelijk Hof rechtgetrokken moet worden.

Antecedenten

De gemeenteregie ETIZ (Elektriciteitsnet Izegem) ging in beroep tegen een vonnis uit 2009 van de Brugse rechtbank van eerste aanleg. Dat vonnis verwierp de klachten van ETIZ tegen de bijdragen voor de vennootschapsbelasting voor aanslagjaar 2004 en 2005.

In 2004 en 2005 had de regie tijdig een regelmatige belastingaangifte ingediend, maar zij klaagden ze gediscrimineerd werden als autonome gemeenteregie ten opzichte van de structuren voor intergemeentelijke samenwerking. Die laatste zijn immers niet onderworpen aan het stelsel van de vennootschapsbelasting maar aan het gunstigere stelsel van de rechtspersonenbelastingen, krachtens art. 180, 1° en 220, 2°, van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992 (WIB 1992).

Toen stelde het Hof van Beroep de volgende prejudiciële vraag aan het Grondwettelijk Hof:

"Schendt artikel 180, 1° juncto artikel 220, 2° WIB 92 de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet, in zoverre het de intercommunales of intergemeentelijke samenwerkingsverbanden vrijstelt van de vennootschapsbelasting en onderwerpt aan de rechtspersonenbelasting en aldus een onderscheid in het leven roept tussen de intercommunales of intergemeentelijke samenwerkingsverbanden enerzijds, en anderzijds de autonome gemeentebedrijven die identiek dezelfde taak van gemeentelijk belang verrichten, doch onderworpen worden aan de vennootschapsbelasting?"

Het arrest

In zijn arrest stelt het Grondwettelijk Hof: "Artikel 180, 1°, van het WIB 1992, in samenhang gelezen met artikel 220, 2°, ervan, is niet bestaanbaar met de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet in zoverre het de autonome gemeentebedrijven die een identieke taak uitoefenen als een intercommunale of een intergemeentelijk samenwerkingsverband en die niet in concurrentie treden met ondernemingen in de privésector, niet eveneens vrijstelt van de vennootschapsbelasting."

Raadpleeg het arrest nr 148 van 06.12.2012 op de website van het Grondwettelijk Hof

De actie van de Vereniging

We mogen echter niet vergeten dat de Regering in het kader van de opstelling van de begroting 2013 reeds van plan was de intercommunales aan de vennootschapsbelasting te onderwerpen. Wij hadden daar toen al op gereageerd.

De begrotingsherziening die momenteel aan de gang is, zou daar wel verandering in kunnen brengen. De Vereniging blijft waakzaam.