De VSGB schreef samen met de VVSG en de UVCW twee brieven terzake naar de minister van Binnenlandse Zaken en van Pensioenen ... Maar de de Regering heeft echter hun vraag verworpen op 17 maart 2016.

De federale regering vraagt aan DIBISS (Dienst voor de Bijzondere Socialezekerheidsstelsels) om een bijdrage te leveren onder de vorm van een subsidie voor de betaalbaarheid van de salarissen van de politieagenten die niet op pensioen kunnen gaan ingevolge het arrest nr. 103/104 van 10 juli 2014 van het Grondwettelijk Hof. De bedoeling is dat deze bijdrage de lokale politiezones financiert.

Historiek


Het arrest nr. 103/104 van 10 juli 2014 van het Grondwettelijke Hof maakt een einde aan de gunstige regeling van vervroegd pensioen voor het politiepersoneel. Door dit arrest valt het politiepersoneel onder de algemene regeling van het vervroegd pensioen: vanaf 2016 is vervroegd pensioen voor het politiepersoneel slechts mogelijk vanaf 62 jaar en na een loopbaan van 40 jaar, terwijl de politieagenten voor het arrest reeds vanaf 58 jaar (minimum 20 dienstjaren) mochten vertrekken.

Doordat de politieagenten langer blijven werken, zouden de loonkosten stijgen. Voor die stijgende kosten worden financieringsmiddelen gezocht. Een oplossing zou zijn dat het gesolidariseerde pensioenfonds van de lokale besturen het bedrag dat niet moet worden betaald aan pensioenen, terugbetaalt aan de federale regering die het dan verdeelt over de politiezones.

Zoals bekend financieren de lokale besturen volledig zelf de pensioenen van hun ambtenaren. Hiervoor werd sedert de wet van 24 oktober 2011 één gesolidariseerd stelsel opgericht bij DIBISS, waarin ook de pensioenen van de lokale politie werd gestoken.

Volgens DIBISS besloot de Ministerraad op 11 oktober 2015 punt 30 van de ministerraad:
Financiering eindeloopbaanregime: … Een bedrag gelijk aan de besparingen op de rustpensioenen van de lokale politie wordt ingeschreven, onder de vorm van een subsidie, in de begroting van sectie 17 ter financiering van het eindeloopbaanstelsel lokale politie”.

Dit voorstel van de Ministerraad werd besproken op het beheerscomité van 9 november 2015, waar DIBISS een alternatief voorstelde onder de vorm van aanwending van dat bedrag als injectie voor de pensioenfactuur van de politiezones. De basisbijdrage zou voor de politiezone verlaagd worden met -2,32% voor 2016, -2,81 % voor 2017, -2,97 % voor 2018 en – 2,85 % voor 2019. Tegelijk zouden de andere leden van het gesolidariseerde stelsel een algemene verlaging van
0,50 % genieten.

Dit voorstel werd door de vakbondsleden van het beheerscomité verworpen, omdat het indruist tegen de solidariteitsbepalingen van het gesolidariseerde stelsel van DIBISS. Volgens DIBISS is de beslissing echter reeds genomen, en zal er geen andere keuze zijn dan ofwel actief een subsidie te betalen ofwel het voorstel van DIBISS, de partiële verlaging te volgen. 

Analyse


1. De bepaling van een subsidie vereist een wettelijke bepaling


In principe kan de Regering niet zomaar een subsidie verlangen van DIBISS aan de andere leden zonder dat daarvoor een wetsartikel geschreven wordt. Dit kan echter geen beletsel vormen voor de regering. In het verleden werd dit ook al gedaan, zoals in de programmawet van 23 december 2009 waar hij een afroming deed op de reserves van de PWA’s.

2. De redenering berust op een vage raming


Volgens de Regering zijn er hogere salariskosten omwille van het feit dat het vervroegd pensioen werd afgeschaft. Hierdoor blijven alle politieagenten veel langer in dienst, waardoor DIBISS de komende jaren geld zal besparen.
Er moet op gewezen worden dat het vervroegd pensioen een optie was, geen verplichting om op pensioen te vertrekken. Men kan dus niet weten wie en bij uitbreiding hoeveel agenten van deze mogelijkheid zouden gebruik maken. Het is dus onmogelijk in te schatten hoe hoog deze besparing zou zijn voor het gesolidariseerde pensioenfonds. Het exacte bedrag zal nooit bekend zijn, omdat men hiervoor zou moeten peilen naar de intentie van de agenten die in deze mogelijkheid waren.

3. De beslissing is het tegenovergestelde van alle voorgaande maatregelen om de pensioenlasten te verlagen


De beslissing druist in tegen alle andere maatregelen die de regering nam om de pensioenleeftijd te verhogen, teneinde besparingen te voorzien die de pensioenfactuur voor de lokale besturen zou verlichten.

4. De beslissing zet het principe van de solidariteit op de helling


De wet van 24 oktober 2011 probeerde een veralgemeende solidariteit tussen de lokale besturen én de lokale zones in te voeren in de hoop de pensioenlast te kunnen spreiden. Voor die wet kon elke gemeente namelijk kiezen op welke wijze ze de pensioenen van haar ambtenaren financierde (de verschillende pools). De politiezones waren verplicht aangesloten bij Pool 5, die eveneens in het stelsel werd gevoegd.

Deze beslissing van de Ministerraad zet dus die solidariteit op de helling om een meerkost te financieren waartoe de Regering zelf niet in staat is. Tot op vandaag worden de lonen van de leden van de politie enkel op federaal niveau bepaald zonder dat de lokale besturen daar veel kunnen aan sturen. Bovendien worden de pensioenen van de lokale besturen volledig gefinancierd door die lokale besturen, zodat een vermindering van de pensioenlast eveneens bijdraagt aan een verlichting van de bijdrage die de gemeenten aan de politiezones moeten betalen.

Actie van de VSGB

 

Samen met haar zusterverenigingen VVSG en UVCW schreef de VSGB op 30 november een brief naar minister van Binnenlandse Zaken Jambon en minister van Pensioenen Bacquelaine. Zij hebben nadien een tweede brief aan de Minister van Pensioenen gestuurd op 3 februari 2016

Onze vraag

 

Wij vragen de federale regering om terug te komen op de beslissing van 11 oktober. De oplossing zou er veeleer in bestaan de besparingen te besteden aan het Pensioenfonds – daar vestigen wij in het bijzonder de aandacht op – volledig gefinancierd door de gemeenten.

Antwoord van de regering

 

Op 17 maart 2016, na goedkeuring door de Ministerraad van het wetsvoorstel ter financiering van de maatregelen ivm vervroegd pensioen voor de leden van de lokale politie, heeft Dhr. Daniel Bacquelaine, terzake een antwoord aan de bonden verleend, waarbij echter hun vragen werden verworpen.

Info