Naar aanleiding van een bezoek van de adviseur van de minister-president vroeg de VSGB de gemeenten de kans te geven hun mening te geven over de prioriteiten in het kader van het GPDO en ook thematische werkvergaderingen te houden.

Op 16 november ontving de Raad van Bestuur Benoît Périlleux, adviseur van minister-president Charles Picqué, die toelichting kwam geven bij het Gewestelijk Plan voor Duurzame Ontwikkeling: het verband tussen bepaalde plannen, de procedure voor de opstelling, de uitdagingen en de uitvoering.

Er kwamen heel wat aspecten aan bod, zoals het verband tussen demografische prognoses en de uitbreiding van het GEN, de link tussen de opstelling van het Gewestelijk Plan voor Duurzame Ontwikkeling en de evaluatie van het huidige Gewestelijk Ontwikkelingsplan enerzijds, de herziening van het Gewestelijk Bestemmingsplan anderzijds, maar het debat ging voornamelijk over de rol van de gemeenten in die werkzaamheden. Er wordt de gemeenten immers weinig ruimte gelaten om hun mening te geven in de marge van de wettelijke procedure van raadpleging en bij de prospectieve workshops die recent gehouden werden in het kader van de studiefase, konden zij niet rechtstreeks betrokken worden.

Actie van de Vereniging


Daarom werd er gevraagd de gemeenten te raadplegen vóór het openbaar onderzoek.

Concreet werd er voorgesteld
  • dat de gemeenten zich zouden kunnen uitspreken over de gewestelijke prioriteiten op de schaal van het Gewestelijk Plan voor Duurzame Ontwikkeling
  • en dat er thematische ontmoetingen georganiseerd zouden worden waar hun vertegenwoordigers - zowel politici als ambtenaren - de lokale bekommernissen kunnen aankaarten.
Die vraag ligt in het verlengde van het resultaat van de ontmoeting tussen verantwoordelijken van het GPDO en die van de Lokale Agenda 21, die plaatsvond op 12 oktober.

Zie ook


ons interview met de gewestelijke cel voor de coördinatie van het GPDO