Op 13 december vond op het kabinet van de federale minister van Werk een overleg plaats met drie partijen om te bepalen welke passende maatregelen genomen moeten worden om de continuïteit van de dienstverlening te verzekeren en de druk op het zorgpersoneel te verlichten.

Deze vergadering volgt op het advies van de Nationale Arbeidsraad.

Men besprak er vroegere maatregelen:
- De neutralisatie voor het contingent van 475 uur van de uren die in de zorg en het onderwijs door studenten worden gepresteerd;
- De schorsing van de voorwaarde van vier maanden met betrekking tot tewerkstelling van buitenlandse werknemers in een specifieke verblijfssituatie (nvdr: geen negatieve beslissing van het CGVS vier maanden na het indienen van een aanvraag om internationale bescherming)
- De verhoging van 100 naar 220 vrijwillig gepresteerd overuren bij een werkgever in cruciale sectoren;
- De mogelijkheid om tijdelijk werkloze werknemers aan het werk te zetten met opeenvolgende arbeidsovereenkomsten van beperkte duur;
- Terbeschikkingstelling van werknemers aan gebruikers in de zorg;
- Interimarbeid in de zorg (tijdelijke schorsing van de onderbreking of vermindering van de arbeidsprestaties).

De Federatie verwelkomt samen met de sector het constructieve voorstel. Deze maatregelen zijn broodnodig, ook al zijn ze slechts maar een stukje van het antwoord.

De maatregelen kunnen met een trimester worden verlengd met de mogelijkheid om te verlengen. Dit is een stap in de goede richting.

Belgische ziekenhuizen en woonzorgcentra kampen met enorme personeelstekorten. Dat zal jammer genoeg nog een tijdje zo blijven. Er is heel wat langdurige uitval door oververmoeidheid en burn-out. Een grote groep van het interim-zorgpersoneel werkt in de vaccinatiecentra. Positief is dat het zorgpersoneelsfonds een grote koek van het beschikbaar zorgpersoneel op zich heeft genomen. De omikronvariant zal waarschijnlijk extra druk leggen op onze ziekenhuizen en woonzorgcentra. Pas afgestudeerden mogen we ten vroegste in juli 2022 verwachten.

Al die zaken zullen niet verdwijnen in drie maanden. Daarom zou het meer realistisch zijn om maatregelen te nemen voor heel 2022, of op zijn minst voor het eerste semester van het nieuwe jaar. Het personeelsbeheer zou ook baat hebben bij deze vooruitziendheid.

Het plafond van 475 uren voor studenten neutraliseren zoals in 2021 is een steengoed idee. Op sommige plaatsen zou men zonder de studenten kopje onder gaan. Flankerende maatregelen zijn daarbij evenwel nodig om de student en zijn/haar ouders sociaal respectievelijk fiscaal niet te bestraffen. De gewesten zouden daarom hun reglementering rond de kinderbijslag moeten aanpassen zodat de tewerkgestelde studenten hun recht op kindergeld niet verliezen. Ook de notie “persoon ten laste” moet in de belastingwetgeving worden gewijzigd.

Al deze zaken waren voorwerp van een schrijven vanuit de sector aan de minister van Werk op 21 december 2021.


Update (25.01.2022)



De meeste maatregelen hierboven en in het bijzonder de neutralisatie van die 475 uur voor studenten staan nu in het wetsontwerp van 18 januari 2022 houdende tijdelijke ondersteuningsmaatregelen ten gevolge van de COVID-19-pandemie. https://www.dekamer.be/FLWB/PDF/55/2430/55K2430001.pdf

De wet van 12 december 2021 geeft uitvoering aan het sociaal akkoord in het kader van interprofessionele onderhandelingen voor de periode 2021-2022 (BS 31.12.2021). Het voorziet in de uitbreiding, tot alle sectoren, van de maatregel rond de 120 extra “vrijwillige overuren”, als bedoeld in art. 25bis van de Arbeidswet van 16.03.1971. Tot nu toe gold deze coronacrisismaatregel alleen voor werkgevers in cruciale sectoren.

De extra vrijwillige overuren die op grond van deze wet kunnen gepresteerd worden in alle sectoren, worden “relance-uren” genoemd. Het loon met betrekking tot deze 120 gewerkte “relance-overuren” in 2021 en 2022, is vrijgesteld van inkomstenbelasting.