De recent goedgekeurde hervorming van het BWRO legt één tarief op voor de retributies die de gemeenten ontvangen naar aanleiding van de afgifte van stedenbouwkundige inlichtingen. Brulocalis deed een rondvraag bij de gemeenten en maakte een raming op van het verlies. Vervolgens vroegen wij de Brusselse minister-president om een herziening van de betwiste bepaling of de invoering van een financiële compensatie.

Het nieuwe art. 275 §1 van het Brussels Wetboek Ruimtelijke Ordening BWRO stelt dat stedenbouwkundige inlichtingen verschaft worden tegen een retributie van 80 euro. De termijn van de afgifte (30 dagen) blijft onveranderd. Toch kan de retributie verdubbeld worden voor de dringende aanvragen binnen de 5 werkdagen. Bovendien wordt het bedrag van de retributie jaarlijks aangepast aan de index van de consumptieprijzen.

De wijziging werd ingevoerd bij een amendement dat ingediend werd door de oppositie.

De financiële gevolgen zijn aanzienlijk voor de lokale besturen. Veel gemeenten hadden de belastingen (of retributies) opgetrokken ingevolge verzwaarde verplichtingen terzake.

1. Financiële gevolgen

 

Wat opvalt bij het lezen van de parlementaire werkzaamheden is dat er niet gepreciseerd wordt op basis van welke criteria het bedrag van 80 euro door de wetgever vastgelegd werd.

De auteurs van het amendement hadden de gemiddelde gemeentebelasting op 141,82 euro geraamd, wetende dat die bedragen variëren van 60 tot 250 euro naar gelang van de gemeente.

Het geharmoniseerde bedrag van 80 euro ligt onder het gemiddelde van 141,82 euro.

Brulocalis heeft de gemeenteontvangers gecontacteerd om een raming te maken van de inkomsten die de gemeente zal derven na de inwerkingtreding van het nieuwe tarief.

2. Financiële compensatie

 

Het is jammer dat de analyse van het amendement tot harmonisering van de gemeentelijke retributies die ontvangen worden naar aanleiding van de afgifte van steenbouwkundige inlichtingen, niet gekoppeld werd aan een exhaustieve studie van de beslissing betreffende de financiën van de lokale besturen.

De beslissing werd dus genomen zonder raming van de effecten op de lokale financiën.

Gezien de negatieve impact van de wijziging moet er aan de gewestelijke overheid gevraagd worden om de nodige compensatiemaatregelen te nemen. De billijkheid tussen overheden vergt immers dat de adequate middelen gewaarborgd worden in geval van overheveling van opdrachten of oplegging van nieuwe lasten op de lokale besturen.

Wij stippen aan dat artikel 9 van het handvest inzake lokale autonomie luidt: "De financiële middelen van de lokale autoriteiten dienen evenredig te zijn aan de bevoegdheden zoals die zijn vastgelegd in de Grondwet of de wet. Ten minste een deel van de financiële middelen van de lokale autoriteiten dient te worden verkregen uit lokale belastingen en heffingen waarover zij, binnen de grenzen bij de wet gesteld, de bevoegdheid hebben de hoogte vast te stellen."

Actie van Brulocalis

 

Brulocalis maakte haar analyse bekend aan haar leden (ontvangers en diensten stedenbouw). De Vereniging zond op 11 januari een brief naar minister-president Vervoort, met de vraag zo snel mogelijk de betrokken bepaling van het BWRO te herzien in overleg met de gemeenten of een billijke financiële compensatie in te voeren voor de betrokken gemeenten om hen in staat te stellen de hervorming toe te passen met de nodige menselijke middelen voor een behandeling van de dossiers binnen redelijke termijnen.