Op 2 september 2022 stuurde de Federatie van Brusselse OCMW’s-Brulocalis twee afzonderlijke brieven naar Brussels minister van Werk Bernard Clerfayt om de neutralisering of vrijwaring van de rapporten ‘Premie 350 euro’ (cijfers voor 2021) en de verhoging van de middelen ‘verhoogde toelage in de sociale economie’ te vragen, zodat de Brusselse OCMW’s het tekort aan werknemers met een inschakelingscontract (art. 60, §7) kunnen opvangen.

1. De ordonnantie van 28 maart 2019 betreffende de inschakelingsbetrekking zoals bedoeld in artikel 60, § 7 van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de OCMW’s en het uitvoeringsbesluit van 23 mei 2019 betreffende de inschakelingsbetrekking zoals bedoeld in artikel 60, § 7 van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de OCMW’s, die op 1 januari 2020 in werking zijn getreden.

Deze hervorming heeft onder andere als doel dat het Gewest financiële steun verleent aan de OCMW’s om de kosten voor het administratieve en sociale beheer van de inschakelingsbetrekkingen deels te dekken.

Het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 23 mei 2019 betreffende de inschakelingsbetrekking zoals bedoeld in artikel 60, § 7 van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de OCMW’s voorziet in dat opzicht in financiële steun aan de OCMW’s en legt de toekenningsvoorwaarden vast.

Concreet is een premie van 350 euro vastgelegd in artikel 18 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de inschakelingsbetrekking zoals bedoeld in artikel 60, §7 van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. Dit artikel bepaalt namelijk dat het centrum jaarlijkse financiële steun ontvangt ten belope van 350 euro, vermenigvuldigd met het jaarlijkse gemiddelde aantal arbeidsplaatsen.

De Federatie van Brusselse OCMW’s heeft via haar adviseur belast met SPI-aangelegenheden vernomen dat Actiris op 18 juni 2022 vooraf ingevulde jaarlijkse rapporten 2022 (cijfers voor 2021) ‘Prime 350 euro’ heeft gestuurd naar de 19 Brusselse OCMW’s. Er werd geconstateerd dat de cijfers voor 2021 lager liggen dan die van het voorgaande jaar.

De cijfers omtrent het jaarlijkse gemiddelde aantal inschakelingsbetrekkingen (zoals verstrekt door Actiris) uit de POD-MI-stromen gedurende de laatste vier jaar, dus van 2018 tot 2021, wijzen op een algemene neerwaartse tendens in de tewerkstellingen: 3536 betrekkingen in 2018, 3527 in 2019 (-0,3%), 2909 in 2020 (-17,7%) en 2840 in 2021 (-19,5%).

Bovendien blijkt uit de eerste statistieken van het nieuwe samenwerkingskader OCMW-Actiris 2022-2027, die Actiris afgelopen augustus heeft opgemaakt, dat vele OCMW’s in de eerste helft van dit jaar 50% van hun doelstellingen niet hebben gehaald.

Hoewel het al geweten is dat de gevolgen van de gezondheidscrisis een negatieve impact blijven hebben op de daling van het aantal tewerkstellingen op basis van een inschakelingsovereenkomst in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, gaat de Federatie van Brusselse OCMW’s na of er nog andere mogelijke verklaringen zijn voor deze algemene neerwaartse tendens in de tewerkstellingen. Afhankelijk van de kwesties die op deze manier naar boven komen, zullen de leden van de Federatie een actieplan opstellen. Net als voor het jaar 2020-Rapporten 2021 ‘Premie 350 euro’ heeft de Federatie de Brusselse minister van Werk bovenal gevraagd om de premie van 350 euro voor het jaar 2021-Rapporten 2022 te vrijwaren.

2. Ministeriële omzendbrief betreffende de verdeling voor het jaar 2022 van de middelen die voortvloeien uit de zesde staatshervorming in toepassing van artikel 60, § 7 van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de OCMW’s – Verhoogde subsidie sociale economie.

Begin dit jaar, namelijk op 28 januari 2022, werden de Brusselse OCMW’s door de Brusselse minister van Werk geïnformeerd over de verdeling van het beschikbare budget voor elk OCMW, en dit overeenkomstig de gewestelijke reglementering betreffende de inschakelingsbetrekking zoals bedoeld in artikel 60, § 7 van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de OCMW’s en Hoofdstuk 5 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 23 mei 2019 betreffende de inschakelingsbetrekking zoals bedoeld in artikel 60, § 7 van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. De OCMW’s werden toen ook geïnformeerd over de jaarlijkse verdeling van de betrekkingen, die voortaan gebaseerd is op het aantal begunstigden (RMI+RMH) per OCMW, uitgesplitst volgens het totale aantal begunstigden in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Rekening houdend met de gevolgen voor de OCMW's die een lager jaarlijks bedrag ontvangen, werd er bovendien voor hen een specifiek ‘overgangsbudget’ van 1 miljoen euro toegekend als aanvulling voor 2022.[1]

Maar ondanks dit antwoord van de minister van Werk naar aanleiding van de alarmerende vaststellingen van de OCMW’s in 2021 wijzen deze vaststellingen eens te meer op het hardnekkige probleem van de gesloten enveloppe die niet wordt afgestemd op de feitelijke tendens op het terrein. Bij de jaarlijkse verdeling van de betrekkingen wordt – afgezien van de indexering – immers geen rekening gehouden met de toename van het aantal begunstigden in de Brusselse OCMW’s. Daarbij komt nog het erkennings- en mandateringsprobleem als gevolg van het nieuwe kader van de sociale economie (SE) en de structuren van de gemandateerde sociale inschakelingseconomie (GSIE).

De meeste OCMW’s hebben ook dit jaar weer moeilijkheden ondervonden met betrekking tot de enveloppe sociale economie-aanzienlijke daling van het aantal toegekende betrekkingen in 2021 en 2022. Daarom vragen de OCMW’s om een verhoging van dit budget en een billijke verdeling van de middelen voor iedereen, zonder dat een OCMW nadeel hoeft te ondervinden van een daling van het aantal betrekkingen. Want de situatie wordt stilaan onhoudbaar voor de OCMW’s, die hun aantal betrekkingen flink zagen dalen.

Ook stellen we voor dat er in het Opvolgingscomité dringend in bredere zin wordt nagedacht over deze problematische situatie om hopelijk tot structurele oplossingen te komen. In dat kader vragen wij dat er overleg wordt gepleegd tussen de leden van de SPI-commissie en het kabinet van de Brusselse minister van Werk, om samen duurzame en aangepaste oplossingen voor de OCMW’s te vinden.

Bijlagen

  1. Brief nr. 1 van 2 september 2022: De ordonnantie van 28 maart 2019 betreffende de inschakelingsbetrekking zoals bedoeld in artikel 60, § 7 van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de OCMW’s en het uitvoeringsbesluit van 23 mei 2019 betreffende de inschakelingsbetrekking zoals bedoeld in artikel 60, § 7 van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de OCMW’s, die op 1 januari 2020 in werking zijn getreden: verzoek om neutralisering/vrijwaring van de rapporten 2022 (cijfers voor 2021) ‘Premie 350 euro’.
  1. Brief nr. 2 van 2 september 2022: Ministeriële omzendbrief betreffende de verdeling voor het jaar 2022 van de middelen die voortvloeien uit de zesde staatshervorming in toepassing van artikel 60, § 7 van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de OCMW’s – Verhoogde subsidie sociale economie: verzoek om een verhoging van de middelen en een billijke verdeling van het budget voor alle OCMW’s.

[1] Ministeriële omzendbrief betreffende de verdeling voor het jaar 2022 van de middelen die voortvloeien uit de zesde staatshervorming in toepassing van artikel 60, § 7 van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de OCMW’s – Verhoogde subsidie sociale economie.