In een eigen advies aan minister Clerfayt over het voorontwerp van ordonnantie "Digitaal Brussel", formuleert Brulocalis een aantal opmerkingen en kanttekeningen. Hoewel Brulocalis positief staat tegenover een wettelijk en regelgevend kader voor de digitalisering van overheidsdiensten om ze toegankelijker te maken, benadrukt Brulocalis dat het belangrijk blijft om het menselijk contact niet te vergeten.

In de memorie van toelichting benadrukt de regering dat het ‘essentieel (is) om deze enorme digitaliseringsbeweging te reguleren (…)voor de hele samenleving, zodat de bevolking het digitale instrument kan gebruiken en voordelen vindt in termen van snelheid en tijd. (…), verhoogde veiligheid en het vrijwel volledig verdwijnen van verloren gegane dossiers. (…) de digitalisering (zal) de automatisering van het gebruik van de rechten van de burgers mogelijk maken en zal (…) een vermindering van hun administratieve lasten betekenen

Brulocalis ziet ook dat men rechten wil ‘institutionaliseren’, waaronder het feit dat ‘elke administratieve procedure online kan worden gevoerd’, maar ook ‘systematisch over een alternatief voor elke onlineprocedure (…) beschikken.

Onze vereniging staat positief tegenover elk voorstel om het overleg terzake te verbeteren, maar dringt erop aan dat naast de vergaderingen met de lokale besturen er ook overleg moet zijn met de desbetreffende doelgroepen (bv. het maatschappelijk middenveld en andere gewestelijke, gemeenschaps- en federale instellingen).

Brulocalis wijst er ook op dat de lokale besturen al gestart zijn met de digitalisering van hun diensten als contactmiddel met de burgers. Lokale besturen hebben bijvoorbeeld een hele reeks elektronische procedures, zoals het maken van afspraken of het online uitgeven van bepaalde documenten.

Hoewel er een periode van 5 jaar is uitgetrokken voor de inwerkingtreding van deze wetgeving, willen we de aandacht van de Brusselse regering vestigen op het feit dat, als zij meer vaart wil zetten achter bepaalde specifieke procedures, zoals in de tekst staat, zij moet zorgen voor ondersteuning en informatie van de lokale besturen.

We wijzen er ook op dat de “online procedure” niet de enige mogelijke optie is. Een andere mogelijkheid is ook nog altijd de geboden dienst voor wie dat wil, wat aansluit bij ons standpunt.

Lokale besturen moeten volgens ons dichtbij de mensen staan en met hen een relatie aangaan die gebaseerd is op nabijheid, vertrouwen en wederzijds respect. Dat is hun roeping. Het is dus belangrijk om hier aandacht aan te blijven schenken en het menselijk contact met de Brusselse burger niet over het hoofd te zien.

Om alles tot een goed einde te brengen, is het essentieel dat we allemaal aan het zelfde zeel trekken - lokale besturen, het Gewest en andere partijen en instellingen, maar ook andere gewestelijke, gemeenschaps- en federale actoren en instellingen, om mensen in digitale armoede mee te nemen in het verhaal.

Ten slotte moet er van bij het begin gezorgd worden voor de nodige IT-infrastructuur, nog voor de ontwerptekst wordt goedgekeurd. Het lijkt ons ook essentieel dat rekening wordt gehouden met de kosten van de wijzigingen die de tekst met zich mee zal brengen voor de lokale besturen, eventueel via het Wepulse-project, en dat er geen kosten worden doorgeschoven.