De afgelopen jaren heeft de mobiliteit in Brussel een grondige evolutie doorgemaakt. Wat betreft de auto zien we langs de ene kant een licht verminderd autogebruik, met sinds Stad 30 ook lagere snelheidslimieten en zelfs een verbeterd respect voor de snelheidslimieten, maar langs de andere kant ook zorgwekkende evoluties zoals een tendens naar grotere en zwaardere automodellen, de aanwezigheid van de smartphone aan het stuur, en een stijgend aandeel bestuurders onder invloed van alcohol en drugs.

Wat betreft de kwetsbare vervoerswijzen zien we een sterk gestegen fietsgebruik, met meer afgescheiden fietsinfrastructuur, en op enkele plekken ingrepen om wijken autoluw te maken, maar ook de popularisatie van nieuwe technologieën zoals elektrische steps, die momenteel inherent gevaarlijker zijn dan bijvoorbeeld de fiets.

Een aantal van deze evoluties accelereerden tijdens de covidcrisis, maar de meeste waren reeds eerder gestart. In dit artikel onderzoeken we hoe zich dat alles vertaald in de cijfers van de verkeersongevallen: is het gewest veiliger, of minder veilig, dan voorheen, en voor wie?