Op 1 september 2022 trad de gewestelijke ombudsvrouw, Catherine De Bruecker, in dienst. Maar omdat sommige wetsartikelen nog niet van kracht zijn, hebben de lokale besturen vragen rond hun informatieplicht ten aanzien van de burgers.

De ombudsdienst van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest heeft als taak klachten te onderzoeken over de werking van de Brusselse gemeenten zonder eigen gemeentelijke ombudsman of ombudsvrouw. Met andere woorden, in de gemeenten waar er geen ombudsman/ombudsvrouw is, biedt de dienst burgers die dat willen, de mogelijkheid zich tot de gewestelijke ombudsvrouw te wenden indien zij een klacht hebben over de werking van het gemeentebestuur of over een bestuurshandeling van een gemeentedienst.

Bij de Brusselse lokale besturen rijzen er evenwel vragen over hun informatieplicht ten aanzien van de burgers over hun beroepsmogelijkheden en de voorwaarden waaronder zij deze kunnen uitoefenen.

1. De verwijzing naar de mogelijkheid om zich te wenden tot de ombudsvrouw

De ombudsvrouw heeft verzekerd dat, aangezien artikel 8, §2 van het decreet en ordonnantie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en de Franse Gemeenschapscommissie van 16 mei 2019 betreffende de openbaarheid van bestuur (hierna: decreet “openbaarheid van bestuur”) nog niet in werking is getreden, niets de administratieve overheden verplicht om het mogelijke beroep op de Brusselse ombudsvrouw op hun administratieve bestuurshandelingen te vermelden. Niets belet evenwel om die mogelijkheid toch te vermelden zonder de inwerkingtreding van artikel 8, §2 af te wachten, indien de Brusselse ombudsvrouw reeds klachten over een individuele bestuurshandeling van een gemeente mag ontvangen, op voorwaarde uiteraard dat de betrokkene zich reeds tot de interne klachtendienst van de gemeente heeft gewend om te trachten zijn of haar situatie op te lossen.

Momenteel wordt gewerkt aan een ontwerpbesluit om artikel 8, §2, in werking te doen treden één maand na de goedkeuring van het huishoudelijk reglement door de Brusselse assemblees en uiterlijk op 1 januari 2023. Het ontwerp van huishoudelijk reglement is aan de parlementen voorgelegd en moet idealiter in november worden goedgekeurd. De Brusselse ombudsvrouw werkt ook aan een tekst die de administraties kunnen gebruiken in hun model voor kennisgeving van individuele administratieve handelingen.

Wij houden u op de hoogte en bezorgen u alle relevante informatie zodra wij die ontvangen.

2. De impact van het beroep op de ombudsvrouw op de termijnen voor het aanhangig maken van zaken bij de Commissie voor toegang tot bestuursdocumenten

Wij stellen vast dat artikel 27, §1, derde lid, van het decreet “openbaarheid van bestuur” ook nog niet in werking is getreden. Dit artikel bepaalt dat de termijnen voor het voorleggen van een zaak aan de Commissie voor toegang tot bestuursdocumenten onderbroken worden door een klacht bij de ombudsvrouw. Zolang dit artikel niet in werking is getreden, leidt de indiening van een klacht bij de Brusselse ombudsvrouw niet tot een onderbreking van de termijnen voor het aanhangig maken van zaken bij de commissie.

3. Gesprek met de Brusselse ombudsvrouw

Voor meer informatie verwijzen wij naar een gesprek met de Brusselse ombudsvrouw, Catherine De Bruecker, in het volgende nummer van onze Nieuwsbrief.


Bijlagen

  • 16.05.2019 Gezamenlijk dec. en ordonnantie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en de Franse Gemeenschapscommissie betr. de openbaarheid van bestuur bij de Brusselse instellingen – inforum nb 329416

  • 16.05.2019 Gezamenlijk dec. en ordonnantie met betrekking tot de Brusselse ombudsman- inforum nb 330259