Op 18 januari 2024 verschenen twee besluiten inzake kinderopvang in het Belgisch Staatsblad. Deze besluiten hebben betrekking op enerzijds de financiële bijdrage van ouders en anderzijds de vergunnings- en subsidieregeling.

In het kader van het proces dat van start ging met de goedkeuring van de MILAC-hervorming, zal de inwerkingtreding van deze besluiten het landschap van de Franstalige kinderopvang veranderen en twee welbekende problematieken aanpakken, namelijk het gebrek aan kinderopvangplaatsen en het gebrek aan financiering.

Kort samengevat:

1. Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van diverse maatregelen inzake financiële bijdrage van de ouders in opvangmilieus voor jonge kinderen

Dit besluit wijzigt het besluit van 2 mei 2019 houdende de vergunnings- en subsidieregeling voor kinderdagverblijven, diensten voor kinderopvang en zelfstandige (mede)onthaalouders en treedt in werking op 1 januari 2025.

Nieuwe prijslijst

Vanaf 1 januari 2025 geldt een andere prijslijst voor nieuwe inschrijvingen. Deze prijslijst omvat slechts vier schijven. In vergelijking met de huidige 139 schijven wordt het dus een stuk eenvoudiger om de prijslijst toe te passen. De schijf van toepassing op de financiële bijdrage van de ouders wordt bepaald op basis van het gecumuleerde netto maandinkomen van de personen in het huishouden en op basis van de progressieve tarieven die worden toegepast per inkomensschijf. Deze tarieven en inkomensschijven worden op maandbasis vastgesteld (art. 125, §1, tweede en derde lid van het gewijzigde besluit).

In aanmerking genomen inkomen

Het inkomen waarmee in dat kader rekening wordt gehouden, wordt jaarlijks aangepast volgens de consumptieprijsindex op 1 januari 2024. De dagelijkse bijdrage mag echter niet hoger zijn dan 45 euro (art. 125, §1, eerste en vijfde lid).

Ten vroegste op 1 januari 2028 en na een simulatie over een periode van één jaar zou het in aanmerking genomen inkomen de inkomsten kunnen zijn die globaal belastbaar zijn vóór aftrek van de uitgavenen, en dus het netto maandinkomen kunnen vervangen (art. 125, §2 en 3).

Het RVT-statuut

Sinds 1 januari 2023 hebben kinderen van personen met het RVT-statuut gratis toegang tot kinderopvang (art. 126, §2, laatste lid), terwijl eenoudergezinnen in aanmerking komen voor een korting van 70% van hun financiële bijdrage (art. 126, §1, laatste lid, en §1/1, 3°). Deze daling van de financiële bijdragen van ouders betekent een aanzienlijk verlies van inkomsten voor openbare opvangmilieus.

In dat kader maakt het besluit het voor kinderdagverblijven die de gemiddelde bijdrage van 16,90 euro per dag en per kind niet halen (als gevolg van deze korting of kosteloosheid) mogelijk om het verschil toegewezen te krijgen door de ONE. Als de eerste subsidie, toegekend door de ONE, ontoereikend is om dat bedrag te halen, ook al blijft er een saldo over na de toekenning van alle subsidies, kan het opvangmilieu een aanvullende forfaitaire subsidie krijgen waarvan het bedrag door de ONE bepaald wordt, (art. 5, 1°, van het besluit van 7 september 2023).

Aanwezigheidsdag van het kind

In een eerder nieuwsbericht heeft Brulocalis de eisen van de sector onder de aandacht gebracht van de betrokken ministers. Deze eisen hadden onder meer betrekking op de invoering van het jaarlijkse quotum van maximaal 40 verlofdagen per kind. Gezien de goedkeuring van de hervorming inzake de financiële bijdrage van de ouders werd op dit vlak duidelijk geluisterd naar de sector.

Vanaf nu wordt de financiële bijdrage van de ouders gefactureerd op basis van het aantal aanwezigheidsdagen van het kind. Ouders hebben recht op 40 gerechtvaardigde afwezigheidsdagen per jaar. De afwezigheid wordt als gerechtvaardigd beschouwd zodra het kind een medisch attest heeft gekregen. Als het medisch attest voor meer dan één dag geldig is, wordt de afwezigheid niet meegeteld. Bij die berekening moet rekening gehouden worden met maximaal 10 sluitingsdagen van het opvangmilieu.

De dagen die het quotum overschrijden, worden vanaf 1 januari 2024 gefactureerd (art. 124 van het besluit van 2 mei 2019).

2. Besluit van de regering van de Franse Gemeenschap tot wijziging van de vergunnings- en subsidieregeling van de opvangmilieus

Alleen de grootste wijzigingen in de besluiten van de Regering van de Franse Gemeenschap van 30 april 2009 (houdende algemene regeling en tot vaststelling van de nadere regels voor de subsidiëring van de opvangmilieus georganiseerd door de "Dienst" en van de gespecialiseerde opvangdiensten voor het jonge kind) en van 2 mei 2019 (zie hoger) worden hieronder onder de loep genomen.

De wijzigingen gaan met terugwerkende kracht in op 1 juli 2023.

Zelfstandigen

De vergunningsregeling zoals vastgelegd in het besluit van 2019 werd gewijzigd voor zelfstandigen en mede-onthaalvoorzieningen.

Management- en kinderopvangfuncties mogen voortaan toevertrouwd worden aan zelfstandige werkneemsters of werknemers, “op voorwaarde dat deze kwalificatie voldoet aan Titel XIII van de programmawet (I) van 27 december 2006[1] en dat de inrichtende macht zich ertoe verbindt de aanvullende richtlijnen inzake arbeidsomstandigheden bepaald door de ONE na te leven” (art.3 van het besluit van 7 september 2023).

Deze nieuwe vergunning belooft vooral voordelig te zijn voor niet-gesubsidieerde opvangmilieus.

Mede-onthaal

De regering heeft beslist om terug te krabbelen om de omzetting van mede-onthaalvoorzieningen in kinderdagverblijven niet te verplichten wanneer de onthaalouders:

  • opgenomen zijn in de lijst met geconventioneerde onthaalouders die door de ONE opgesteld is;
  • hun activiteiten op dezelfde plaats uitvoeren;
  • en daarvoor vergund zijn vóór 31 december 2025 en;
  • beschikken over een arbeidsovereenkomst met een kinderopvangdienst (art. 17 van het besluit van 7 september 2023).

Nieuwe mede-onthaalouders kunnen ook vóór 1 januari 2025 personeel aanwerven op basis van een arbeidsovereenkomst voor thuisarbeid (art. 19 van het besluit van 7 september 2023) op voorwaarde dat de mede-onthaalouders de opvanglocatie vrij gekozen hebben en de werkgever er geen vrije toegang toe heeft.

Subsidiëring

Het besluit van 2009 werd aangevuld met nieuwe subsidieregels. Artikel 38/1 is nu toegevoegd, waardoor ‘eco-crèches’ een extra subsidie van 125 euro per plaats kunnen krijgen, die toegevoegd wordt aan de werkingssubsidie bedoeld in artikel 37 en die aangepast wordt aan de gezondheidsindex. De doelstellingen die nagestreefd moeten worden door kinderdagverblijven die aan deze regeling willen deelnemen, zijn eveneens opgenomen in dit artikel (art. 2 van het besluit van 7 september 2023).


[1] Deze titel regelt de aard van de arbeidsrelatie en de criteria om het bestaan ervan vast te stellen


Zie ook

  • Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 7 september 2023 tot vaststelling van diverse maatregelen inzake financiële bijdrage van de ouders in opvangmilieus voor jonge kinderen (inforum nr. 372545).
  • Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 7 september 2023 tot wijziging van de vergunnings- en subsidieregeling van de opvangmilieus (inforum nr. 372546).
  • Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 2 mei 2019 houdende de vergunnings- en subsidieregeling voor kinderdagverblijven, diensten voor kinderopvang en zelfstandige (mede)onthaalouders (inforum nr. 331980).
  • Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 30 april 2009 houdende algemene regeling en tot vaststelling van de nadere regels voor de subsidiëring van de opvangmilieus georganiseerd door de "Dienst" en van de gespecialiseerde opvangdiensten voor het jonge kind (inforum nr. 241947).