I - Samenstelling van het gemeentebestuur
II - De prerogatieven van de gemeenteraadsleden, de vergaderingen en de beraadslagingen van de gemeenteraad
III - Vergaderingen, beraadslagingen en besluiten van het college van burgemeester en schepenen
IV - Bepalingen toepasselijk op de akten van de gemeenteoverheden


Hoofdstuk I. - Samenstelling van het gemeentebestuur

Afdeling 8. - Onverenigbaarheden

art. 71

[Van een gemeenteraad kunnen geen deel uitmaken en tot burgemeester kunnen niet worden benoemd:

  1. de vice-gouverneur van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad en de hoge ambtenaar zoals bedoeld in artikel 48, derde lid, van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen;
  2. de leden van het college ingesteld bij artikel 83quinquies, par. 2, van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse Instellingen;
  3. degenen die personeelslid zijn van of een toelage of wedde ontvangen van de gemeente, met uitzondering van de vrijwillige brandweerlieden;
  4. de politieambtenaren en de ambtenaren van de openbare macht;
  5. de beambten van het bosbeheer, wanneer hun bevoegdheid zich uitstrekt tot beboste eigendommen die aan het bosbeheer onderworpen zijn en die toebehoren aan de gemeente waarin zij hun ambt wensen uit de oefenen;
  6. elke persoon die een ambt of mandaat uitoefent dat gelijkwaardig is aan dat van gemeenteraadslid, schepen of burgemeester in een lokale basisoverheid van een andere lidstaat van de Europese Unie. De Regering stelt een enuntiatieve lijst op van ambten of mandaten die als gelijkwaardig worden beschouwd.

De bepalingen van het eerste lid, 1° tot 5°, zijn eveneens van toepassing op de niet-Belgische onderdanen van de Europese Unie die in België verblijven voor de uitoefening in een andere lidstaat van de Europese Unie van ambten die gelijkwaardig zijn aan die bedoeld in deze bepalingen. (Ord. 17.07.2020, B.S. 30.07.2020)]. 

[art. 71bis

Kunnen niet verkozen worden tot voorzitter van de gemeenteraad of tot plaatsvervanger van de voorzitter van de gemeenteraad:

  1. de burgemeester en de schepenen, zelfs als zij verhinderd zijn;
  2. de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn. (Ord. 23.7.2012, B.S. 28.8.2012)].

art. 72

Burgemeester of schepen kunnen niet zijn:

1° de leden van hoven, burgerlijke rechtbanken en vredegerechten;

2° de leden van het parket, de griffiers en de adjunct-griffiers bij de hoven, burgerlijke rechtbanken of rechtbanken van koophandel, en de griffiers van de vredegerechten;

3° de bedienaren van de eredienst;

4° de agenten en beambten der fiscale besturen, in de gemeenten die tot hun werk- of ambtsgebied behoren, behoudens door de [Regering (Ord. 17.07.2020, B.S. 30.07.2020)] toegestane afwijking;

5° [de ontvangers van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn van de gemeente waarvoor het centrum bevoegd is (W. 12.8.2000, B.S. 26.8.2000)].

6° [de personen met een mandaatfunctie of leidende functie in het Brussels gewestelijk, gemeenschaps- of gemeenschappelijk gemeenschapsbestuur;

7° de personen met een mandaat of leidende functie in een Brusselse instelling van openbaar nut al dan niet onderworpen aan het statuut[, in elke andere structuur die onderworpen is aanhet toezicht van de Regering, van de Gemeenschapscolleges of van het Verenigd College (Ord. 12.7.2018, B.S. 24.7.2018)] of in een intercommunale waarvan de betrokken gemeente deel uitmaakt;

8° het vast lid van het directiecomité van een Brusselse instelling van openbaar nut al dan niet onderworpen aan het statuut[, in elke andere structuur die onderworpen is aan het toezicht van de Regering, van de Gemeenschapscolleges of van het Verenigd College (Ord.12.7.2018, B.S. 24.7.2018)] of van een intercommunale waarvan de betrokken gemeente deel uitmaakt. (Ord. 27.2.2014, B.S. 2.4.2014)].

[9° de leden van het Brussels Hoofdstedelijk Parlement, van de Kamer van Volksvertegenwoordigers, van de Senaat, van het Vlaams Parlement en van het Europees Parlement. (Ord. 6.7.2022, B.S., 25.8.2022)]

[Wat het mandaat van schepen betreft, zijn de bepalingen van het eerste lid eveneens van toepassing op de niet-Belgische onderdanen van de Europese Unie die in België verblijven voor de uitoefening in een andere Lid-Staat van de Europese Unie van ambten die gelijkwaardig zijn aan die bedoeld in deze bepalingen (W. 27.1.1999, B.S. 30.1.1999)]. 

[art. 72bis

§ 1 In de gemeenten bedoeld in de art. 7 en 8, 3° tot 10°, van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18.07.1966, moet elk gemeenteraadslid, elke schepen, de burgemeester en eenieder die het ambt van burgemeester of schepen waarneemt, voor het uitoefenen van zijn ambt, van de taal van het taalgebied waarin de gemeente gelegen is, de kennis hebben die nodig is om het bedoeld mandaat uit te oefenen. 

§ 2 Door het feit van hun verkiezing of benoeming bestaat het vermoeden dat de in par. 1 bedoelde mandatarissen de in die paragraaf bedoelde taalkennis bezitten. 

Dat vermoeden is onweerlegbaar ten aanzien van elke voor het uitgeoefende mandaat rechtstreeks door de bevolking gekozen mandataris en ten aanzien van de burgemeester die tussen 01.01.1983 en 01.01.1989 gedurende minstens drie jaar ononderbroken een mandaat van burgemeester heeft uitgeoefend. 

Ten aanzien van andere mandatarissen kan dat vermoeden worden weerlegd op verzoek van een gemeenteraadslid. Daartoe moet de verzoeker het bewijs leveren van ernstige aanwijzigingen die dat vermoeden kunnen weerleggen en afgeleid uit een rechterlijke beslissing, de bekentenis van de mandataris of de uitoefening van zijn ambt als indiviuele bestuursoverheid. 

§ 3 Het in par. 2 bedoelde verzoek wordt bij verzoekschrift ingediend bij de afdeling administratie van de Raad van State binnen een termijn van zes maanden te rekenen vanaf de dag van de eedaflegging als burgemeester of als niet rechtstreeks gekozen schepen, of van het voor het eerst waarnemen van de functie van burgemeester of schepen, overeenkomstig art. 14, 17 of 18. 

§ 4 De Raad van State doet uitspraak, met voorrang boven alle andere zaken. 

Een in Ministerraad overlegd koninklijk besluit regelt de rechtspleging voor de Raad van State. 

§ 5 Indien de Raad van State ten aanzien van een burgemeester beslist dat het vermoeden van taalkennis is weerlegd, wordt de benoeming vernietigd. Tot de algehele vernieuwing van de raad, kan de betrokkene niet opnieuw tot burgemeester worden benoemd, noch het ambt ervan waarnemen met toepassing van art. 14. 

Indien de Raad van State ten aanzien van degene die het ambt van burgemeester waarneemt met toepassing van art. 14 beslist dat het vermoeden van taalkennis is weerlegd, wordt deze laatste geacht het ambt van burgemeester nooit te hebben uitgeoefend. In dat geval wordt het ambt van burgemeester vanaf de dag van de kennisgeving van het arrest waargenomen door een andere schepen of door een ander gemeenteraadslid met toepassing van art. 14. 

Indien de Raad van State ten aanzien van een niet-rechtstreeks gekozen schepen beslist dat het vermoeden van taalkennis is weerlegd, wordt zijn verkiezing vernietigd. Tot de algehele vernieuwing van de raad, kan de betrokkene niet opnieuw tot schepen worden gekozen, noch het ambt ervan waarnemen in toepassing van art. 17 of 18. 

Indien de Raad van State ten aanzien van degene die het ambt van niet rechtstreeks gekozen schepen aarneemt met toepassing van art .17 of 18 beslist dat het vermoeden van taalkennis is weerlegd, wordt deze laatste geacht het ambt van schepen niet te hebben uitgeoefend. In dat geval wordt het ambt van schepen vanaf de dag van de kennisgeving van het arrest waargenomen door een ander gemeenteraadslid met toepassing van art. 17 of 18. 

§ 6 De miskenning van de bepalingen van par. 5 door diegenen ten aanzien van wie het vermoeden van taalkennis is weerlegd, is een grove nalatigheid in de zin van de art. 82 en 83 (K.B. 30.5.1989, B.S. 31.5.1989)]. 

art. 73

[Bloed- of aanverwanten tot en met de tweede graad, echtgenoten of personen die een verklaring van wettelijke samenwoning als vermeld in artikel 1476 van het Burgerlijk Wetboek, hebben afgelegd, kunnen geen lid zijn van een zelfde gemeenteraad. Worden bloed- of aanverwanten in een van die graden of twee echtgenoten of wettelijk samenwonenden gekozen bij een zelfde verkiezing, dan wordt de voorkeur bepaald door de grootte van de quotiënten op grond waarvan de door die kandidaten verkregen zetels aan hun lijst zijn toegekend. 

Worden twee bloed- of aanverwanten in een verboden graad of twee echtgenoten of wettelijk samenwonenden gekozen, de een tot raadslid, de ander tot opvolger, dan geldt het verbod om zitting te nemen alleen voor de opvolger, tenzij de plaats waarvoor hij in aanmerking komt, is opengevallen vóór de verkiezing van zijn bloedverwant, aanverwant, echtgenoot of wettelijk samenwonende. 

Tussen opvolgers die voor opengevallen plaatsen in aanmerking komen, wordt de voorrang allereerst bepaald naar tijdsorde van de vacatures. 

De verkozene die niet geïnstalleerd kan worden door de toepassing van een onverenigbaarheid behoudt het recht om later toegelaten te worden tot de eedaflegging en wordt vervangen door de plaatsvervanger die nuttig gerangschikt is op de lijst waarop hij werd verkozen en neemt de plaats in van laatstgenoemde op de lijst van de opvolgers. Wanneer de onverenigbaarheid ophoudt, kan hij de eed afleggen en wordt de persoon die hem verving als raadslid opnieuw gerangschikt als eerste opvolger. 

Aanverwantschap die later tot stand komt tussen raadsleden, brengt geen verval van hun mandaat mee. Dit geldt niet bij huwelijk tussen raadsleden. 

De aanverwantschap wordt geacht op te houden door het overlijden van de persoon door wie zij tot stand is gekomen, door echtscheiding of door het ophouden van het wettelijk samenlevingscontract. 

[Personen die bloed- of aanverwant zijn tot en met de derde graad, kunnen geen lid zijn van eenzelfde college van burgemeester en schepenen (Ord. 17.07.2020, B.S. 30.07.2020)]. 

art. 74

 
[Er bestaat onverenigbaarheid tussen de ambten van secretaris en ontvanger enerzijds en die van burgemeester, schepen en gemeenteraadslid, anderzijds. [(opgeheven) (Ord. 17.7.2003, B.S. 7.10.2003)] (K.B. 30.5.1989, B.S. 31.5.1989)].

art. 75

De tot gemeenteraadslid gekozen kandidaat die een met het lidmaatschap van de raad onverenigbaar ambt vervult, die aan een onderneming deelneemt of een beroep of ambacht uitoefent waarvoor hij een wedde of een toelage van de gemeente ontvangt, wordt niet tot beëdiging toegelaten zolang de oorzaak van de onverenigbaarheid bestaat.

De gekozen kandidaat die binnen één maand na een tot hem gericht verzoek van het college van burgemeester en schepenen, niet afziet van het onverenigbaar ambt of van de door de gemeente verleende wedde of toelagen, wordt geacht het hem toegekende mandaat niet te aanvaarden.

art. 76

Een gemeenteraadslid dat een met zijn mandaat onverenigbaar ambt of een wedde of toelage van de gemeente aanvaardt, houdt op deel uit de maken van de raad met overeenkomstig toepassing van art. 10, indien hij binnen vijftien dagen na het tot hem gerichte verzoek van het college van burgemeester en schepenen niet afziet van het onverenigbaar ambt of van de door de gemeente verleende wedde of toelage. 

art. 77

Indien een geschil oprijst in de gevallen van de art. 75 en 76, [beslist het rechtscollege (Ord. 17.7.2003, B.S. 7.10.2003)] van de provincieraad [overeenkomstig artikel 75, par. 1, tweede lid, van het Brussels Gemeentelijk Kieswetboek (Ord. 27.2.2014, B.S. 2.4.2014)].

De beslissing wordt door de zorg van de [voorzitter van het rechtscollege (Ord. 17.7.2003, B.S. 7.10.2003)] ter kennis gebracht van het betrokken raadslid, van het college van burgemeester en schepenen en in voorkomend geval van degenen die [bij het rechtscollege (Ord. 17.7.2003, B.S. 7.10.2003)] bezwaren hebben ingediend. 

Zij kunnen bij de Raad van State beroep instellen binnen acht dagen na de kennisgeving.

[(opgeheven) (Ord. 17.7.2003, B.S. 7.10.2003)]

Indien het college van burgemeester en schepenen in de gevallen van de art. 75 en 76 de betrokkene niet aanmaant om een keuze te doen, treedt [het rechtscollege (Ord. 17.7.2003, B.S. 7.10.2003)] op in de plaats van het gemeentebestuur.

art. 78

Niemand kan [(opgeheven) (Ord. 17.7.2003, B.S. 7.10.2003)] tegelijk secretaris en ontvanger zijn.
[(opgeheven) (Ord. 17.7.2003, B.S. 7.10.2003)].

art. 79

[De bediening van gemeentesecretaris of van gemeenteontvanger mag niet worden uitgeoefend door beambten van Brusselse gewestelijke overheidsadministraties. 

Het verbod zoals bedoeld in het eerste lid is ook van toepassing op de personeelsleden die onder leiding staan van de hoge ambtenaar of de vicegouverneur van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad. . (Ord. 17.07.2020, B.S. 30.07.2020)] 

Afdeling 9. - Eed

art. 80

[De gemeenteraadsleden, [de vertrouwenspersonen bedoeld in art. 12bis, de burgemeesters en de schepenen leggen, alvorens hun ambt te aanvaarden, de volgende eed af: 'Ik zweer getrouwheid aan de Koning, gehoorzaamheid aan de Grondwet en aan de wetten van het Belgische volk'. (W. 11.7.1994, B.S. 20.12.1994)]

De gemeenteraadsleden en de schepenen leggen in openbare vergadering deze eed af in handen van de burgemeester of van degene die hem vervangt.

[De burgemeesters leggen de eed af ten overstaan van de [Regering (opgeheven) (Ord. 17.07.2020, B.S. 30.07.2020)] (Ord. 18.7.2002, B.S. 7.8.2002)].. 

art. 81

De in art. 80 vermelde mandatarissen die, na twee achtereenvolgende oproepingen tot het afleggen van de eed te hebben ontvangen, zich zonder wettige reden daarvan onthouden, worden geacht ontslag te hebben genomen. 

Afdeling 10. - Schorsing en afzetting van burgemeesters en schepenen

art. 82

[De Regering [(opgeheven) (Ord. 17.07.2020, B.S. 30.07.2020)] kan de burgemeester schorsen of afzetten wegens kennelijk wangedrag of grove nalatigheid. De burgemeester wordt vooraf gehoord. De schorsing mag de tijd van drie maanden niet te boven gaan. (Ord. 18.7.202, M.B. 7.8.2002)] 

TOEKOMSTIG RECHT  (inwerkingtreding bij de volledige vernieuwing van de gemeenteraden na de gemeenteraadsverkiezingen van 2024)

[art. 82 

De Regering kan de burgemeester of schepenen wegens kennelijk wangedrag of grove nalatigheid schorsen of afzetten. De betrokken persoon wordt vooraf gehoord. De schorsing mag drie maanden niet overschrijden.

De Regering bepaalt hiervoor de nadere procedureregels. De procedure waarborgt het recht op verdediging van de betrokken persoon.

De afgezette burgemeester of schepen kan niet meer tot burgemeester worden benoemd of tot schepen worden verkozen voor het verstrijken van een termijn van twee jaar tijdens dezelfde gemeentelijke legislatuur (Ord. 22.2.24, B.S., 27.2.24)]

art. 83

[De Regering kan de schepenen schorsen of afzetten wegens kennelijk wangedrag of grove nalatigheid. Zij worden vooraf gehoord. De schorsing mag de tijd van drie maanden niet te boven gaan. (Ord. 18.7.2002, B.S. 7.8.2002)] 

[Als het een schepen van de gemeente Komen-Waasten of Voeren betreft, neemt de provinciegouverneur zijn beslissing zonder tussenkomst van de bestendige deputatie van de provincieraad, maar op eensluidend advies van het in art. 131bis van de provinciewet bedoelde college van provinciegouverneurs. (K.B. 30.5.1989, B.S. 31.5.1989)] 

De afgezette schepen kan eerst na verloop van twee jaren worden herkozen. 

TOEKOMSTIG RECHT  (inwerkingtreding bij de volledige vernieuwing van de gemeenteraden na de gemeenteraadsverkiezingen van 2024)

art. 83

[opgeheven door  (Ord. 22.2.24, B.S., 27.2.24)]

[Als het een schepen van de gemeente Komen-Waasten of Voeren betreft, neemt de provinciegouverneur zijn beslissing zonder tussenkomst van de bestendige deputatie van de provincieraad, maar op eensluidend advies van het in art. 131bis van de provinciewet bedoelde college van provinciegouverneurs. (K.B. 30.5.1989, B.S. 31.5.1989)] 

De afgezette schepen kan eerst na verloop van twee jaren worden herkozen. ]

Hoofdstuk II. - [De prerogatieven van de gemeenteraadsleden, de vergaderingen en de beraadslagingen van de gemeenteraad (Ord. 27.2.2014, K.B.2.4.2014)]

 

[Afdeling 1 De prerogatieven van de gemeenteraadsleden (Ord. 27.2.2014, K.B.2.4.2014)] ]

[Onderafdeling 1 Het recht tot het verkrijgen van een afschrift van de documenten (Ord. 27.2.2014, K.B.2.4.2014)] 

art. 84 

[§ 1 Geen akte, geen stuk betreffende het bestuur mag aan het onderzoek van de raadsleden worden onttrokken

§ 2 De gemeenteraadsleden kunnen een afschrift verkrijgen van de akten en stukken betreffende het bestuur van de gemeente onder de voorwaarden bepaald in het door de raad opgestelde huishoudelijk reglement. Het reglement bepaalt eveneens de voorwaarden waaronder de gemeentelijke instellingen en diensten toegankelijk zijn.

De vergoeding die eventueel wordt gevraagd voor het afschrift mag in geen geval meer bedragen dan de kostprijs. 
[De gemeenteraadsleden hebben toegang tot de notulen van het college van burgemeester en schepenen en van de gemeenteraad, inzonderheid via elektronische weg. Deze notulen blijven beschikbaar op papier bij het secretariaat van het college.

Naast de voornoemde notulen, kunnen zij tevens de elektronische verzending, indien mogelijk, van de akten en stukken betreffende het bestuur van de gemeente vragen.

In het kader van de raadpleging van de informatie zoals bedoeld in voorgaande leden, vallen ze onder het beroepsgeheim als bedoeld in artikel 458 van het Strafwetboek wanneer de geraadpleegde informatie persoonsgegevens bevat (Ord. 22.2.24, B.S., 26.2.24)]  .

§ 3 De gemeenteraadsleden, alsmede alle andere personen die krachtens een wettelijke bepaling de besloten vergaderingen van de gemeenteraad bijwonen, zijn [gebonden aan het beroepsgeheim als bedoeld in artikel 458 van het Strafwetboek (Ord. 22.2.24, B.S., 26.2.24)]  (Ord. 17.07.2020, B.S. 30.07.2020)].

[§ 4. Het college van burgemeester en schepenen meldt de publicatie van de notulen van de gemeentecolleges aan elk lid van de gemeenteraad (Ord. 22.2.24, B.S., 26.2.24)] .

[Onderafdeling 2 Het recht vragen te stellen (Ord. 27.2.2014, K.B.2.4.2014)] ] 

art. 84bis

[§ 1 De gemeenteraadsleden hebben het recht aan het college van burgemeester en schepenen mondelinge en schriftelijke vragen te stellen. 

§ 2 De tekst van deze vragen kan aan de gemeente worden bezorgd per brief, per fax, per e-mail of kan worden afgegeven op het gemeentesecretariaat. De schriftelijke vragen worden op elk momentbezorgd. De mondelinge vragen worden uiterlijk twee werkdagen vóór de zitting van de gemeenteraad meegedeeld. Het huishoudelijk reglement bepaalt de voorwaarden waaronder dit recht wordt uitgeoefend. Het college van burgemeester en schepenen heeft de mogelijkheid af te wijken van de termijn die bepaald is voor het indienen van de mondelinge vragen voor vragen die actueel worden geacht. 

§ 3 De mondelinge en schriftelijke vragen bedoeld in par. 1 en de antwoorden daarop worden bekendgemaakt op de website van de gemeente. (Ord. 27.2.2014, K.B.2.4.2014)]

[Onderafdeling 3 Het interpellatierecht (Ord. 27.2.2014, K.B.2.4.2014)]

art. 84ter

[De gemeenteraadsleden hebben het recht om het college van burgemeester en schepenen te interpelleren over de manier waarop het zijn bevoegdheden uitoefent. De interpellaties worden ingeschreven op de agenda en worden ingediend overeenkomstig artikel 97, derde lid. 

Het huishoudelijk reglement bepaalt de voorwaarden waaronder dit recht wordt uitgeoefend. 

De interpellaties bedoeld in het eerste lid en de antwoorden daarop worden on line op de website van de gemeente geplaatst (Ord. 27.2.2014, B.S. 2.4.2014)]. 

TOEKOMSTIG RECHT  (inwerkingtreding bij de volledige vernieuwing van de gemeenteraden na de gemeenteraadsverkiezingen van 2024)

[Onderafdeling 4. Deontologische en ethische regels 

art. 84quater. 

De gemeenteraad stelt, in zijn huishoudelijk reglement, deontologische en ethische regels vast, die van toepassing zijn op de gemeenteraadsleden.

De gemeenteraad kan in zijn midden een deontologische en ethische commissie oprichten in overeenstemming met artikel 120.

De deontologische en ethische regels vormen een moreel integriteitskader dat alle lokale openbare mandatarissen moeten respecteren. De Brusselse Hoofdstedelijke Regering stelt een gemeenschappelijke tekst voor voor het opstellen van de deontologische en ethische regels voor de gemeenteraden. (Ord. 22.2.24, M.B., 27.2.24)]

Afdeling 2 Vergaderingen 

art. 85

[« § 1. De gemeenteraad vergadert zo dikwijls als de zaken die tot zijn bevoegdheid behoren, het vereisen, en ten minste tienmaal per jaar.

§ 2. In geval van overmacht waardoor het onmogelijk of gevaarlijk is om de vergaderingen van de gemeenteraad in levende lijve te houden, kunnen deze op basis van een beslissing van de burgemeester virtueel, via teleconferentie of videoconferentie, plaatsvinden.

§ 3. Indien, om welke reden dan ook, een gemengde vergadering, zowel fysiek als virtueel, wordt georganiseerd, zal deze virtueel van aard zijn en dus voldoen aan de modaliteiten die van toepassing zijn op vergaderingen die op virtuele wijze worden gehouden.

§ 4. De gemeentesecretaris ziet toe op het goede verloop van de virtuele vergaderingen en staat ter beschikking van de leden van de gemeenteraad om hen alle nodige toelichtingen te geven in verband met deze wijze van vergaderen. Hij zorgt er met name voor dat alle leden van de gemeenteraad over de technische middelen beschikken om aan de vergaderingen te kunnen deelnemen. Bij gebreke daaraan, wordt het benodigde materiaal hen ofwel in een ruimte van het gemeentebestuur ofwel thuis ter beschikking gesteld.

§ 5. In de notulen van de vergadering wordt vermeld of de vergadering op afstand werd gehouden.
De virtuele openbare vergaderingen van de gemeenteraad worden in real time uitgezonden op de website van de gemeente of volgens de daarin vermelde modaliteiten. (W. 20.10.2020, B.S. 05.11.2020)].
 

art. 86

[De raad wordt bijeengeroepen door de voorzitter ervan of, indien hij wordt voorgezeten door de burgemeester, door het college van burgemeester en schepenen. 


Op verzoek van een derde van de leden die zitting hebben, is de voorzitter van de raad of het college, naar gelang van het geval, verplicht de raad bijeen te roepen op de aangegeven dag en het aangegeven uur. 

Indien gebruikgemaakt is van de mogelijkheid waarin voorzien is in artikel 8bis, par. 1, stelt de voorzitter van de raad de agenda van de vergadering op. Daarin neemt hij met name de door het college meegedeelde punten op, alsook . [(opgeheven) (Ord. 17.07.2020, B.S. 30.07.2020)] de in artikel 89bis bedoelde en regelmatig ingediende interpellaties (Ord. 23.7.2012, B.S. 28.8.2012)]. 

art. 87. 

[§ 1 Behalve in spoedeisende gevallen, geschiedt de oproeping per brief, via een bezorger aan huis, per fax of per elektronische post, ten minste zeven vrije dagen vóór de dag van de vergadering; zij vermeldt de agenda. Deze termijn wordt evenwel tot twee vrije dagen teruggebracht voor de toepassing van artikel 90, derde lid.

De agendapunten dienen voldoende duidelijk omschreven te zijn en worden, voor de punten die dat vereisen, vergezeld van een verklarende synthesenota.

§ 2 Voor elk agendapunt, worden alle stukken die erop betrekking hebben ter plaatse ter inzage gelegd van de leden van de gemeenteraad vanaf het verzenden van de agenda.

Indien het raadslid daartoe schriftelijk heeft verzocht, worden voormelde stukken hem per elektronische post toegezonden.

§ 3 De gemeentesecretaris of de door hem aangewezen ambtenarenverstrekken aan de raadsleden die erom verzoeken technische inlichtingenover in het dossier voorkomende stukken. Het huishoudelijk reglement bedoeld in artikel 91 bepaalt de nadere regels voor het verstrekken van die technische inlichtingen.

§ 4 Het college van burgemeester en schepenen stelt een persoonlijk elektronisch adres ter beschikking van elk lid van de gemeenteraad (Ord. 27.2.2014, B.S. 2.4.2014)].

[§ 5 (opgeheven) (Ord. 22.2.24, B.S., 26.2.24)].

[§ 6 Wanneer de gemeenteraadsvergadering virtueel wordt gehouden in toepassing van artikel 85, § 2, worden de oproeping en alle documenten die betrekking hebben op de agendapunten uitsluitend elektronisch aan de raadsleden meegedeeld. (W. 20.10.2020, B.S. 05.11.2020)]].

TOEKOMSTIG RECHT (inwerkingtreding 26.4.2024)

art. 87. [§ 1 Behalve in spoedeisende gevallen, geschiedt de oproeping per brief, via een bezorger aan huis, per fax of per elektronische post, ten minste zeven vrije dagen vóór de dag van de vergadering; zij vermeldt de agenda. Deze termijn wordt evenwel tot twee vrije dagen teruggebracht voor de toepassing van artikel 90, derde lid.

De agendapunten dienen voldoende duidelijk omschreven te zijn en worden, voor de punten die dat vereisen, vergezeld van een verklarende synthesenota.

[Elk agendapunt waarvoor een beslissing moet worden genomen, moet vergezeld gaan van een beraadslagingsontwerp (Ord. 22.2.24, B.S., 26.2.24)].

§ 2 Voor elk agendapunt, worden alle stukken die erop betrekking hebben ter plaatse ter inzage gelegd van de leden van de gemeenteraad vanaf het verzenden van de agenda.

Indien het raadslid daartoe schriftelijk heeft verzocht, worden voormelde stukken hem per elektronische post toegezonden.

§ 3 De gemeentesecretaris of de door hem aangewezen ambtenarenverstrekken aan de raadsleden die erom verzoeken technische inlichtingenover in het dossier voorkomende stukken. Het huishoudelijk reglement bedoeld in artikel 91 bepaalt de nadere regels voor het verstrekken van die technische inlichtingen.

§ 4 Het college van burgemeester en schepenen stelt een persoonlijk elektronisch adres ter beschikking van elk lid van de gemeenteraad (Ord. 27.2.2014, B.S. 2.4.2014)].

[§ 5 (opgeheven) (Ord. 22.2.24, B.S., 26.2.24)].

[§ 6 Wanneer de gemeenteraadsvergadering virtueel wordt gehouden in toepassing van artikel 85, § 2, worden de oproeping en alle documenten die betrekking hebben op de agendapunten uitsluitend elektronisch aan de raadsleden meegedeeld. (W. 20.10.2020, B.S. 05.11.2020)]].

[art. 87bis.  Les lieu, jour, heure et l'ordre du jour des séances du conseil communal sont portés à la connaissance du public [au moins (Ord. 17.7.2003, M.B., 7.10.2003)] par voie d'affichage à la maison communale [et par leur mise en ligne sur le site internet de la commune (Ord. 5.3.2009, M.B., 13.3.2009)], dans les mêmes délais que ceux prévus aux art. 87, 96 et 97, alinéa 3, relatifs à la convocation du conseil communal.

La presse et les habitants intéressés de la commune sont, à leur demande et dans un délai utile, informés de l'ordre du jour du conseil communal, moyennant éventuellement paiement d'une redevance qui ne peut excéder le prix de revient. Ce délai utile ne s'applique pas pour des points qui sont ajoutés à l'ordre du jour après l'envoi de la convocation conformément à l'art. 87.

Le règlement d'ordre intérieur peut prévoir d'autres modes de publication (L. 11.7.1994, M.B., 20.12.1994)].

DROIT FUTUR (entrée en vigueur le 26.4.24)

[art. 87bis.  Les lieu, jour, heure et l'ordre du jour des séances du conseil communal sont portés à la connaissance du public [au moins (Ord. 17.7.2003, M.B., 7.10.2003)] par voie d'affichage à la maison communale [et par leur mise en ligne sur le site internet de la commune (Ord. 5.3.2009, M.B., 13.3.2009)], dans les mêmes délais que ceux prévus aux art. 87, 96 et 97, alinéa 3, relatifs à la convocation du conseil communal.

[Les projets de délibération et, le cas échéant les notes de synthèse explicatives, visés à l’article 87, § 1er, alinéa 2, sont portés à la connaissance du public par voie de publication sur le site internet de la commune au plus tard la veille du jour de la réunion du conseil communal.

Par dérogation à l’alinéa précédent, les projets de délibération et les notes de synthèse explicatives contenant des données à caractère personnel ne sont pas portés à la connaissance du public (Ord. 22.2.24, M.B., 26.2.24)].

La presse et les habitants intéressés de la commune sont, à leur demande et dans un délai utile, informés de l'ordre du jour du conseil communal, moyennant éventuellement paiement d'une redevance qui ne peut excéder le prix de revient. Ce délai utile ne s'applique pas pour des points qui sont ajoutés à l'ordre du jour après l'envoi de la convocation conformément à l'art. 87.

Le règlement d'ordre intérieur peut prévoir d'autres modes de publication (L. 11.7.1994, M.B., 20.12.1994)].

art. 87ter

[Wanneer de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn geen lid is van de gemeenteraad, heeft de voorzitter zitting in de laatstgenoemde met raadgevende stem. De voorzitter kan zich laten vergezellen door de secretaris van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn of een door de secretaris aangeduid personeelslid. De voorzitter kan zich laten vergezellen door de ontvanger van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn voor de opdrachten die deze laatste onder zijn gezag uitoefent. 

In afwijking van het eerste lid, heeft de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn die geen lid is van de gemeenteraad evenwel geen zitting wanneer de burgemeester of degene die hem vervangt de gemeenteraad voorzit krachtens artikel 94 van de Nieuwe Gemeentewet de behandeling in gesloten deuren heeft bevolen. 

Wanneer de rekeningen van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn door de gemeenteraad worden onderzocht, stelt de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn, zijnde al dan niet gemeenteraadslid, deze voor en beantwoordt hij de vragen. . (Ord. 17.07.2020, B.S. 30.07.2020)] 

art. 88

[De voorzitter van de raad zit de vergadering van de raad voor. 

Wie voorzit opent en sluit de vergadering. 

Indien er voor de lopende zittingsperiode geen voorzitter van de raad gekozen is met toepassing van artikel 8bis, wordt de vergadering van de gemeenteraad voorgezeten door de burgemeester of degene die hem vervangt (Ord. 23.7.2012, B.S. 28.8.2012)]. 

art. 89

Tenzij het [huishoudelijk reglement . (Ord. 17.07.2020, B.S. 30.07.2020)] anders bepaalt, wordt bij het openen van elke vergadering voorlezing gedaan van de notulen van de vorige vergadering. 

[De notulen worden . (Ord. 17.07.2020, B.S. 30.07.2020)] ten minste [zeven (W. 11.7.1994, B.S. 20.12.1994)] vrije dagen voor de dag van de vergadering ter inzage van de leden van de raad gelegd. In spoedeisende gevallen, zoals voorzien in art. 87, worden de notulen samen met de agenda ter inzage gelegd. (W. 19.7.1991, B.S. 13.9.1991)]. 

Elk lid heeft het recht tijdens de vergadering opmerkingen te maken over de redactie van de notulen. Indien deze opmerkingen worden aangenomen, is de secretaris ertoe gehouden staande de vergadering of ten laatste tijdens de volgende vergadering een nieuwe tekst, in overeenstemming met de beslissing van de raad, voor te leggen.

Indien er geen opmerkingen worden gemaakt voor het einde van de vergadering worden de notulen beschouwd als goedgekeurd en worden zij ondertekend door [de voorzitter van de vergadering (Ord. 23.7.2012, B.S. 28.8.2012)] en de secretaris. 

Telkens als de raad het gewenst acht, worden de notulen geheel of gedeeltelijk staande de vergadering opgemaakt en door de aanwezige leden ondertekend. 

[Zodra de notulen van elke vergadering zijn goedgekeurd en ondertekend door de [voorzitter van de vergadering (Ord. 23.7.2012, B.S. 28.8.2012)] en de gemeentesecretaris, worden ze op de website van de gemeente geplaatst.

In afwijking van het zesde lid worden de punten van de notulen die achter gesloten deuren werden behandeld krachtens de art. 93 en 94, niet op de website van de gemeente geplaatst (Ord. 5.3.2009, B.S. 13.3.2009)]. 

[art. 89bis. (opgeheven) (Ord. 22.2.24, B.S., 26.2.24)]. 

art. 90

De gemeenteraad kan geen besluit nemen, indien niet de meerderheid van de zittinghebbende leden aanwezig is. 

De raad kan echter, indien hij tweemaal bijeengeroepen is zonder dat het vereiste aantal leden is opgekomen, na een derde en laatste oproeping, ongeacht het aantal aanwezige leden, op geldige wijze beraadslagen en besluiten over de onderwerpen die voor de derde maal op de agenda voorkomen. 

De tweede en de derde oproeping moeten geschieden overeenkomstig de voorschriften van art. 87, en er moet vermeld worden of de oproeping voor de tweede of voor de derde maal geschiedt; bovendien moeten de bepalingen van de twee vorige leden in de derde oproeping woordelijk worden overgenomen. 

art. 91

[De gemeenteraad neemt bij de aanvang van de zittingsperiode een huishoudelijk reglement aan waarin, behalve de bepalingen die er op basis van de onderhavige wet in opgenomen moeten worden aanvullende maatregelen worden opgenomen in verband met de werking van de raad en waarin minstens bepalingen worden opgenomen over:

  1. de wijze van verzending van de oproeping en het ter beschikking stellen van de dossiers aan de gemeenteraadsleden, alsook de wijze waarop de gemeentesecretaris of de door hem aangewezen personeelsleden, aan de raadsleden die erom verzoeken, technische inlichtingen verstrekken over die stukken;
  2. de wijze waarop de plaats, de dag, het tijdstip en de agenda van de vergaderingen van de gemeenteraad openbaar worden gemaakt;
  3. de voorwaarden voor het inzagerecht en het recht van afschrift voor gemeenteraadsleden en de voorwaarden voor het bezoekrecht aan de instellingen en diensten die de gemeente opricht en beheert;
  4. de voorwaarden waaronder de gemeenteraadsleden hun recht uitoefenen om aan de burgemeester en aan het college van burgemeester en schepenen mondelinge en schriftelijke vragen te stellen;
  5. de wijze van notulering en de wijze waarop de notulen van de vorige vergadering ter beschikking worden gesteld van de gemeenteraadsleden;
  6. de nadere regels voor de samenstelling en de werking van de commissies en de fracties;
  7. de wijze van bezorgen van het meerjarenplan, de wijzigingen aan het meerjarenplan, het budget, de budgetwijzigingen en de jaarrekening aan de raadsleden;
  8. de wijze waarop en de persoon door wie de stukken, vermeld in artikel 109, worden ondertekend;
  9. de toepassingsmodaliteiten zoals bedoeld in artikel 112, zesde lid, indien deze niet opgenomen zijn in een apart reglement.

 
De gemeenteraad kan het huishoudelijk reglement te allen tijde wijzigen.  . (Ord. 17.07.2020, B.S. 30.07.2020)] 

Afdeling 3 Verbod om zitting te nemen 

art. 92

Het is elk gemeenteraadslid en de burgemeester verboden:

  1. [tegenwoordig te zijn bij een beraadslaging of besluit over zaken waarbij hij een rechtstreeks belang heeft, hetzij persoonlijk, hetzij als gelastigde, voor of na zijn verkiezing, of waarbij zijn echtgenoot, zijn bloed- of aanverwanten tot en met de vierde graad een persoonlijk en rechtstreeks belang hebben. Voor de toepassing van deze bepaling worden personen die een verklaring van wettelijke samenwoning als vermeld in artikel 1476 van het Burgerlijk Wetboek, hebben afgelegd, met echtgenoten gelijkgesteld.
    Inzake voordrachten van kandidaten, benoemingen tot bedieningen, en tuchtvervolgingen geldt dit verbod slechts ten aanzien van bloed- of aanverwanten tot en met de tweede graad; . (Ord. 17.07.2020, B.S. 30.07.2020)]
  2. [rechtstreeks of onrechtstreeks deel te nemen aan overheidsopdrachten gegund met de gemeente; (Ord. 17.07.2020, B.S. 30.07.2020)]
  3. als advocaat, notaris of zaakwaarnemer werkzaam te zijn in rechtsgedingen, tegen de gemeente ingesteld. Het is hem verboden in dezelfde hoedanigheid ten behoeve van de gemeente te pleiten, raad te geven of op te treden in enige betwiste zaak, tenzij hij het kosteloos doet. [Dit verbod geldt eveneens voor advocaten, notarissen of zakenmensen die behoren tot dezelfde groepering, dezelfde vereniging of hun kantoren op hetzelfde adres hebben als het lid van de raad of de burgemeester.  . (Ord. 17.07.2020, B.S. 30.07.2020)]
  4. tegenwoordig te zijn bij het onderzoek van de rekeningen der aan de gemeente ondergeschikte openbare besturen waarvan hij lid is[, tenzij het over het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn gaat. (Ord. 27.2.2014, B.S. 2.4.2014)].
  5. [op te treden als raadsman van een personeelslid in tuchtzaken [of in een beroep tegen een evaluatie; (Ord. 17.7.2003, B.S. 7.10.2003)]
  6. [op te treden als afgevaardigde of technicus van een vakbond in een onderhandelings- of overlegcomité van de gemeente (W. 11.7.1994, B.S. 20.12.1994)].

 
De bovenstaande bepalingen zijn mede van toepassing op de secretaris. 

Afdeling 4 Openbaarheid van de vergaderingen 

art. 93

[De vergaderingen van de gemeenteraad zijn openbaar.Onder voorbehoud van art. 96 kan de gemeenteraad, met een tweederde meerderheid van de aanwezige leden, in het belang van de openbare orde en op grond van ernstige bezwaren tegen de openbaarheid, beslissen dat de vergadering niet openbaar is (W. 11.7.1994, B.S. 20.12.1994)]. 

art. 94

[De vergadering van de gemeenteraad is niet openbaar wanneer het om personen gaat.Zodra een dergelijk punt te berde wordt gebracht, beveelt de voorzitter terstond de behandeling in besloten vergadering (W. 11.7.1994, B.S. 20.12.1994)]. 

art. 95

[Uitgezonderd in tuchtzaken kan de besloten vergadering slechts plaatsvinden na de openbare vergadering. 

Wanneer tijdens de openbare vergadering blijkt dat de behandeling van een punt in besloten vergadering moet worden voortgezet, kan de openbare vergadering, enkel met dit doel, worden onderbroken (W. 11.7.1994, B.S. 20.12.1994)]. 

art. 96

[Uiterlijk zeven vrije dagen vóór de vergadering gedurende welke de gemeenteraad dient te beraadslagen over de begroting, over een begrotingswijziging of over de rekeningen, doet het college aan elk gemeenteraadslid een exemplaar toekomen van het ontwerp van begroting, van het ontwerp van begrotingswijziging of van de rekeningen.

[Het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad bepaalt de wijze waarop de voormelde documenten aan de gemeenteraadsleden worden verzonden (Ord. 15.3.2013, B.S. 22.3.2013)]

Het ontwerp wordt overgemaakt zoals het zal onderworpen worden aan de beraadslagingen van de raad, in de voorgeschreven vorm en vergezeld van de bijlagen die vereist zijn voor zijn definitieve vaststelling, met uitzondering van de bewijsstukken, wat de rekeningen betreft. Het ontwerp van begroting en de rekeningen zijn vergezeld van een verslag. 

Het verslag bevat een synthese van het ontwerp van begroting of van de rekeningen. Bovendien geeft het verslag dat betrekking heeft op de begroting, het algemeen en financieel beleid van de gemeente aan en een overzicht van de toestand van het bestuur en van de gemeentezaken, alsook alle nuttige informatiegegevens, en geeft het verslag dat betrekking heeft op de rekeningen een overzicht van het beheer van de gemeentefinanciën gedurende het dienstjaar waarop die rekeningen betrekking hebben. 


[Het verslag bevat bovendien informatie over de mate waarin rekening wordt gehouden met de sociale, ethische en milieuaspecten in het financieel beleid van de gemeente (Ord. 1.6.2006, B.S. 4.7.2006)].

[(opgeheven) - (W. 11.7.1994, B.S. 20.12.1994)].


De vergadering van de gemeenteraad is openbaar. 

Vooraleer de raad beraadslaagt, geeft het college van burgemeester en schepenen een toelichting bij de inhoud van het verslag (W. 27.5.1989, B.S. 30.5.1989)]. 

[art. 96bis

 De vertegenwoordigers van de gemeenteraad in de intercommunales met een bestuurdersfunctie dienen bij de gemeenteraad jaarlijks verslag uit te brengen over het beheer van de betrokken intercommunale en over hun eigen activiteit binnen de intercommunale (Ord. 27.2.2014, B.S. 2.4.2014)]. 

Afdeling 5 Het houden van de vergaderingen 

art. 97

Een punt dat niet op de agenda voorkomt, mag niet in bespreking worden gebracht, behalve in spoedeisende gevallen wanneer het geringste uitstel gevaar zou kunnen opleveren. 

Tot spoedbehandeling kan niet worden besloten dan door ten minste twee derden van de aanwezige leden; de namen van die leden worden in de notulen vermeld. 

[Elk voorstel dat niet op de agenda voorkomt, moet uiterlijk vijf vrije dagen voor de vergadering overhandigd worden [aan de voorzitter van de raad of, bij ontstentenis van een met toepassing van artikel 8bis gekozen voorzitter van de raad, aan de burgemeester of aan degene die hem vervangt (Ord. 23.7.2012, B.S. 28.8.2012)] ; het moet vergezeld zijn van een verklarende nota of van elk document dat de raad kan voorlichten. Van deze mogelijkheid kan geen gebruik worden gemaakt door een lid van het college van burgemeester of schepenen.

[De voorzitter van de raad, bijgestaan door de gemeentesecretaris, of bij ontstentenis van een met toepassing van artikel 8bis gekozen voorzitter van de raad, de burgemeester of degene die hem vervangt, deelt de aanvullende agendapunten onverwijld mee aan de leden van de raad (Ord. 23.7.2012, B.S. 28.8.2012)] (W. 11.7.1994, B.S. 20.12.1994)]. 

art. 98

De voorzitter is belast met de handhaving van de orde in de vergadering; hij kan, na een voorafgaande waarschuwing, terstond ieder persoon uit de zaal doen verwijderen, die openlijk tekens van goedkeuring of van afkeuring geeft of op enigerlei wijze wanorde veroorzaakt. 

De voorzitter kan bovendien proces-verbaal opmaken tegen de overtreder en hem verwijzen naar de politierechtbank, die hem kan veroordelen tot geldboete van een [euro . (Ord. 17.07.2020, B.S. 30.07.2020)] tot vijftien [euro . (Ord. 17.07.2020, B.S. 30.07.2020)] of tot gevangenisstraf van een dag tot drie dagen, onverminderd andere vervolgingen, indien het feit daartoe grond oplevert. 

Afdeling 6 Stemmingen 

art. 99

[§1 - (W.17.10.1990, B.S. 14.12.1990)] De besluiten worden bij volstrekte meerderheid van stemmen genomen; bij staking van stemmen is het voorstel verworpen. 

[§2 - De gemeenteraad stemt over de begroting in haar geheel en over de jaar-rekeningen in hun geheel. 

Elk lid kan echter de afzonderlijk stemming eisen over een of meer artikelen of reeksen van artikelen die hij aanwijst, indien het om de begroting gaat of over een of meer artikelen of posten die hij aanwijst, indien het om de jaar-rekeningen gaat. 

In dat geval mag over het geheel eerst gestemd worden na de stemming over het artikel of de artikelen, reeksen van artikelen of posten die aldus zijn aangewezen en de stemming over het geheel heeft dan betrekking op de artikelen of posten waarover geen enkel lid afzonderlijk wenst te stemmen, en op de artikelen die reeds bij een afzonderlijke stemming zijn aangenomen (W. 17.10.1990, B.S. 14.12.1990)]. 

art. 100. [Onverminderd het vierde lid stemmen de leden van de gemeenteraad mondeling.

Het [huishoudelijk reglement (Ord. 17.07.2020, B.S. 30.07.2020)] kan een regeling invoeren die gelijkwaardig is met een mondelinge stemming. Als dusdanig worden beschouwd de mechanisch uitgebrachte naamstemming en de stemming bij zitten en opstaan of bij handopsteking.

Ongeacht de bepalingen van het  [huishoudelijk reglement (Ord. 17.07.2020, B.S. 30.07.2020)] wordt er mondeling gestemd telkens als een derde van de aanwezige leden hierom verzoekt.

Alleen de voordrachten van kandidaten [met uitzondering van de schepenen (Ord. 22.2.24, B.S., 26.2.24)], benoemingen tot ambten, terbeschikkingstellingen, preventieve schorsingen in het belang van de dienst, en tuchtstraffen geschieden bij geheime stemming en eveneens bij volstrekte meerderheid van stemmen.

De voorzitter, voor zover hij lid is van de raad, stemt het laatst.

Het voorgaande lid is niet toepasselijk bij geheime stemming (W. 11.7.1994, B.S. 20.12.1994)].

[art. 100bis

Tijdens virtuele vergaderingen stemmen de leden van de gemeenteraad mondeling, overeenkomstig artikel 100, hetzij door rechtstreeks in het kader van de teleconferentie of videoconferentie te spreken, hetzij door hun stem uit te brengen via het persoonlijk elektronisch adres bedoeld in artikel 87, § 4. Tijdens de virtuele vergaderingen van de gemeenteraad, worden de geheime stemmingen langs elektronische weg naar de gemeentesecretaris gezonden, via het persoonlijk elektronisch adres bedoeld in artikel 87, § 4. De gemeentesecretaris is verantwoordelijk voor de anonimisering van de stemmen, die hij in overeenstemming met het beroepsgeheim als bedoeld in artikel 458 van het Strafwetboek geheim houdt. Het huishoudelijk reglement kan voorzien in andere stemprocedures bij geheime stemming. (W. 20.10.2020, B.S. 05.11.2020)].

art. 101

Indien bij de benoeming of de voordracht van kandidaten de vereiste meerderheid niet wordt verkregen bij de eerste stemming, heeft herstemming plaats over de kandidaten die de meeste stemmen hebben behaald. 

Ten dien einde maakt de voorzitter een lijst op met tweemaal zoveel namen als er benoemingen of voordrachten moeten geschieden. 

De stemmen kunnen alleen uitgebracht worden op de kandidaten die op deze lijst voorkomen. 

De benoeming of de voordracht geschiedt bij meerderheid van stemmen. Bij staking van stemmen heeft de oudste kandidaat de voorkeur. 

Afdeling 7 Openbaarheid van de besluiten 


art. 102

Aan inwoners van de gemeente [(opgeheven) (Ord. 17.7.2003, B.S. 7.10.2003)], mag niet worden geweigerd ter plaatse inzage te nemen van de besluiten van de gemeenteraad. 

De raad kan evenwel beslissen dat de met gesloten deuren genomen besluiten gedurende een bepaalde tijd geheim zullen worden gehouden.
 

Hoofdstuk III Vergaderingen, beraadslagingen en besluiten van het college van burgemeester en schepenen 

art. 103

De burgemeester is van rechtswege voorzitter van het college van burgemeester en schepenen. 

[De voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn heeft zitting met raadgevende stem in de vergaderingen van het college van burgemeester en schepenen.(Ord. 5.3.2009, B.S.13.9.2009)] 
 

[In afwijking van het tweede lid, heeft de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn geen zitting wanneer het gaat over aangelegenheden inzake de vestiging en de invordering van de gemeentebelastingen en inzake tuchtmaatregelen (Ord. 27.2.2014, B.S. 2.4.2014)]. 

art. 104

Het college van burgemeester en schepenen vergadert op de dagen en uren door het reglement bepaald, en zo dikwijls de spoedige afdoening van de zaken het vereist. 

Het mag alleen beraadslagen en besluiten, wanneer meer dan de helft van de leden tegenwoordig is. 

[De vergaderingen van het college van burgemeester en schepenen zijn niet openbaar. Alleen de beslissingen worden opgenomen in de notulen en in het register van de beraadslagingen bedoeld in art. 108: alleen de beslissingen kunnen rechtsgevolgen hebben (K.B. 30.5.1989, B.S. 31.5.1989)]. 

[In geval van overmacht of in maximum 10 procent per jaar van de vergaderingen van het college van burgemeester en schepenen kunnen de vergaderingen worden gehouden op afstand door middel van teleconferentie of videoconferentie met behulp van telecommunicatietechnieken die de aan de vergadering deelnemende leden toelaten elkaar simultaan te horen en simultaan met elkaar overleg te plegen. De beslotenheid van de vergadering moet verzekerd worden. De voorwaarden en modaliteiten hiervan worden vastgelegd in een huishoudelijk reglement van het college. . (Ord. 17.07.2020, B.S. 30.07.2020)] 

art. 105

De oproeping voor de buitengewone vergaderingen geschiedt [per brief, via een bezorger aan huis, per fax of per elektronische post (Ord. 17.7.2003, B.S. 7.10.2003)], ten minste twee vrije dagen voor de dag van de vergadering. 

In spoedeisende gevallen echter staat het aan de burgemeester dag en uur van de vergadering vast te stellen. 

nvdr: Ingevolge art. 28 van de wet 07.12.1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus (WGP) zijn de bepalingen van art. 105 NGW toepassing op het politiecollege.

art. 106

 
De besluiten worden bij meerderheid van stemmen genomen; bij staking van stemmen verdaagt het college de zaak tot een volgende vergadering, tenzij het verkiest een lid van de gemeenteraad op te roepen naar de volgorde van inschrijving op de ranglijst. 

Indien echter de merderheid van het college voor de behandeling de zaak spoedeisend heeft verklaard, is de stem van de voorzitter beslissend. Hetzelfde geldt wanneer op drie vergaderingen de stemmen staken over een zelfde zaak, zonder dat in het college een meerderheid verkregen is om een raadslid op te roepen. 

[Art. 92, 1° en de art. 100 en 101 zijn van toepassing op de vergaderingen van het college van burgemeester en schepenen (K.B. 30.5.1989, B.S. 31.5.1989)]. 

[art. 106bis

Indien het college van burgemeester en schepenen afwijkt van een negatief advies over de wettelijkheid dat de gemeentesecretaris heeft uitgebracht op basis van artikel 26bis, par. 1, 9°, vermeldt het dit in zijn beraadslaging en motiveert het zijn beslissing terzake (Ord. 27.02.2014, B.S. 02.04.2014)]. 

art. 107

[In de randgemeenten bedoeld in art. 7 van de wetten op het gebruik van talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18.07.1966, en in de gemeenten Komen-Waasten en Voeren beslist, in afwijking van art. 106, het college van burgemeester en schepenen bij consensus. Bij gebrek aan consensus wordt de zaak door de burgemeester ter beslissing aan de gemeenteraad voorgelegd. De burgemeester kan daartoe, in afwijking van art. 86 zo nodig de gemeenteraad bijeenroepen (K.B. 30.5.1989, B.S. 31.5.1989)].

TOEKOMSTIG RECHT  (inwerkingtreding bij de volledige vernieuwing van de gemeenteraden na de gemeenteraadsverkiezingen van 2024)

[art. 107bis. De deontologische regels bedoeld in artikel 84quater, eerste lid, zijn ook van toepassing op de leden van het college van burgemeester en schepenen. (Ord. 22.2.24, B.S., 27.2.24)]

Hoofdstuk IV Bepalingen toepasselijk op de akten van de gemeenteoverheden 

Afdeling 1 Opmaken van de akten 

art. 108

[De secretaris woont de vergaderingen van de gemeenteraad en van het college van burgemeester en schepenen bij. 

Hij stelt de notulen ervan op en zorgt voor de overschrijving ervan. 

De overgeschreven notulen worden door de burgemeester en door de secretaris getekend (W. 17.10.1990, B.S. 14.12.1990)] 

[De ondertekening van de notulen van de gemeenteraad geschiedt binnen de maand na de goedkeuring ervan door de gemeenteraad (W. 11.7.1994, B.S. 20.12.1994)] 

art. 108bis

[De notulen vermelden in chronologische volgorde, alle besproken onderwerpen, alsook het gevolg dat gegeven werd aan die punten waaromtrent de gemeenteraad geen beslissing getroffen heeft. Zij maken eveneens duidelijk melding van alle beslissingen (W. 11.7.1994, B.S. 20.12.1994)]. 

art. 109

[§ 1 [De reglementen en verordeningen van de gemeenteraad en van het college van burgemeester en schepenen, de bekendmakingen, de akten en de briefwisseling van de gemeente worden ondertekend door de burgemeester en medeondertekend door de secretaris. 

§ 2 De gemeenteraad kan bepalen dat bepaalde briefwisseling, waarbij één handtekening volstaat, schriftelijk wordt gedelegeerd aan de gemeentesecretaris of één of meer door hem aangewezen ambtenaren. In dit geval dient de beslissing van de raad op zeer nauwkeurige wijze de materie en de soort briefwisseling te bepalen waarvoor een delegatie van handtekening wordt gegeven, alsook door wie deze documenten mogen worden ondertekend. 

§ 3 Niettegenstaande paragrafen 1 en 2 worden de akten en briefwisseling, die betrekking hebben op beslissingen die genomen zijn op basis van een overdracht van bevoegdheden in uitvoering van artikelen 234, par. 4 en 5, en 236, par. 6, ondertekend door de gemeentesecretaris of een in de akte bij naam aangewezen ambtenaar. 

§ 4 Voormelde documenten mogen op elke informatiedrager geplaatst worden als de gemeente een duurzame bewaring en toegankelijkheid garandeert. 

Aan de vereiste van een handtekening wordt voldaan door het gebruik van een elektronische procedure die de authenticiteit en de integriteit van de gegevens waarborgt. De Regering kan die elektronische procedure nader bepalen. 

De Regering kan nadere regels bepalen voor de wijze waarop gegevens, akten en documenten van de gemeente opgemaakt, bewaard en gecommuniceerd worden. . (Ord. 17.07.2020, B.S. 30.07.2020)] 

art. 110

De burgemeester kan de ondertekening van bepaalde stukken schriftelijk opdragen aan een of meer leden van het college van burgemeester en schepenen. 

Die opdracht kan ten allen tijde door de burgemeester worden herroepen. 

De schepen aan wie de opdracht is gegeven, moet boven zijn handtekening, naam en functie melding maken van die opdracht. 

art. 111

Het college van burgemeester en schepenen kan de gemeentesecretaris machtigen de medeondertekening van bepaalde stukken op te dragen aan één of meer ambtenaren van de gemeente. 

Deze opdracht geschiedt schriftelijk; de gemeenteraad wordt daarvan op de hoogte gebracht tijdens zijn eerstvolgende vergadering. 

De ambtenaar aan wie de opdracht is gegeven, moet boven zijn handtekening zijn naam en zijn functie melding maken van die opdracht, op alle stukken die hij ondertekent. 

Afdeling 2 Bekendmaking van de akten 

art. 112

[De reglementen en verordeningen van de gemeenteraad, van het college van burgemeester en schepenen en van de burgemeester worden door laatstgenoemde bekendgemaakt door middel van een aanplakbrief en door plaatsing op de website van de gemeente. 

De aanplakbrieven en de website van de gemeente, bedoeld in het eerste lid, vermelden het onderwerp van het reglement of de verordening, de datum van de beslissing waarbij het reglement of de verordening werd aangenomen, de beslissing van de toezichthoudende overheid alsmede de plaats of plaatsen waar de tekst van het reglement of de verordening ter inzage ligt van het publiek. Op de website wordt het reglement of de verordening in zijn geheel bekendgemaakt. 

De burgemeester kan de akten bedoeld in het eerste lid ook bekendmaken via de pers. 

De bekendmaking van een reglement of verordening op de website van de gemeente en, in voorkomend geval, via de pers, vermeldt de datum van bekendmaking via affichering (Ord. 5.3.2009, B.S. 13.3.2009)]. 

[Vanaf hun goedkeuring door de gemeenteraad, worden volgende documenten bekendgemaakt op de website van de gemeente : de gemeentelijke ontwikkelingsplannen, de gemeentelijke bestemmingsplannen, de jaarlijkse begroting, het [driejaarlijks plan . (Ord. 17.07.2020, B.S. 30.07.2020)] en de rekeningen(Ord. 27.2.2014, B.S. 2.4.2014)].] 

[Indien de gemeenteraad beslist een gemeentelijk informatieblad op papier of in elektronisch formaat te verspreiden waarin de leden van het college mededelingen kunnen doen met betrekking tot de uitoefening van hun ambt, wordt in elke uitgave van dat blad ruimte voorbehouden om de democratische politieke lijsten of fracties die vertegenwoordigd zijn in de gemeenteraad, maar geen deel uitmaken van de gemeentelijke meerderheid, de mogelijkheid te bieden zich uit te drukken. De toepassingsmodaliteiten van deze bepaling moeten vastgelegd worden in het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad of in een aparte gemeentelijke verordening (Ord. 27.2.2014, B.S. 2.4.2014)]. [Een commissie samengesteld uit één vertegenwoordiger van elke democratische politieke fractie die in de gemeenteraad is vertegenwoordigd, zal belast zijn met het jaarlijks indienen van een verslag betreffende de naleving van deze bepaling (Ord. 23.6.2016, B.S. 8.7.2016)].

art. 113

[(opgeheven) (W. 8.4.1991, B.S. 27.4.1991)]. 

art. 114

[De reglementen en verordeningen bedoeld in art. 112 zijn verbindend de vijfde dag volgend op de dag van bekendmaking door aanplakbrief, behalve wanneer zij het anders bepalen. 

De bekendmaking en de datum van bekendmaking van deze reglementen en verordeningen [via affichering (Ord. 5.3.2009, B.S. 13.3.2009)] moeten blijken uit de aantekeningen in een speciaal daartoe gehouden register op de bij [besluit van de [(opgeheven) (Ord. 17.07.2020, B.S. 30.07.2020)] Regering (Ord. 17.7.2003, B.S. 7.10.2003 )]. gering bepaalde wijze (W. 8.4.1991, B.S. 27.4.1991)]. 

[De bekendmaking van deze reglementen en verordeningen door het online plaatsen op de website van de gemeente of, in voorkomend geval, via de pers heeft geen invloed op de inwerkingtreding ervan (Ord. 5.3.2009, B.S. 13.3.2009)]. 

art. 115

[(opgeheven . (Ord. 17.07.2020, B.S. 30.07.2020)] 

Afdeling 3 Algemene bepalingen  

art. 116

De handelingen van de overheden van de gemeenten mogen niet in strijd zijn [met de decreten, de ordonnanties, de reglementen en de besluiten van de Gewesten, de Gemeenschappen en de Gemeenschapscommissies (K.B. 30.5.1989, B.S. 31.5.1989)] welke die overheden met de uitvoering daarvan kunnen belasten.